Onmiddellijk daarna zei Jezus tegen de leerlingen dat ze in de boot moesten stappen. Hij wilde dat ze voor Hem uit naar de overkant zouden varen, naar Betsaïda. Zelf wilde Hij eerst de mensen wegsturen. Hij nam afscheid van de mensen. Daarna klom Hij de berg op om te bidden. Toen het nacht begon te worden, was het schip midden op het meer. Jezus was alleen aan land. De leerlingen hadden de wind tegen. Ze moesten hard zwoegen om vooruit te komen. Toen Hij dat zag, kwam Hij naar hen toe. Het was inmiddels ongeveer drie uur 's nachts. Hij liep over het meer en wilde hen voorbij gaan. Toen ze Hem op het meer zagen lopen, dachten ze dat ze een spook zagen. Ze schreeuwden van angst. Ze zagen Hem allemaal en ze waren doodsbang. Maar Hij zei tegen hen: "Rustig maar! IK BEN het, wees maar niet bang." Hij klom bij hen in de boot en de wind ging liggen. De leerlingen waren geschokt en verbaasd. Want ook al hadden ze gezien wat er met de broden gebeurde, toch hadden ze nog steeds niet begrepen wie Jezus was. Ze konden het gewoon niet begrijpen.
Lees Markus 6
Luisteren Markus 6
Delen
Alle vertalingen vergelijken: Markus 6:45-52
Sla Bijbelteksten op, lees offline, bekijk onderwijsvideo's en meer!
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's