Matteüs 26:36-56

Matteüs 26:36-56 BB

Jezus ging met hen naar een tuin die Getsémané (= olijfpers) heet. Daar zei Hij tegen de leerlingen: "Gaan jullie hier zitten. Ik ga een eindje verderop bidden." Hij nam Petrus en de twee zonen van Zebedeüs met Zich mee. En Hij begon te bidden. Hij was heel erg bang en bedroefd. Toen zei Hij tegen hen: "Ik ben verschrikkelijk bedroefd. Ik ga zowat dood van verdriet. Blijven jullie hier. Blijf wakker en wacht op Mij." Hijzelf liep een eindje verder. Daar knielde Hij neer met zijn gezicht tot op de grond en bad: "Vader, als het mogelijk is, laat Mij dan alstublieft niet de wijnbeker van uw straf leeg hoeven te drinken. Maar Ik zal niet doen wat Ik Zelf wil, maar wat Ú wil." Toen ging Hij naar de drie leerlingen terug. Hij zag dat ze in slaap waren gevallen. Hij zei tegen Petrus: "Kon je niet eens één uur met Mij wakker blijven? Blijf wakker en bid dat je niet verleid wordt om het verkeerde te doen. Je wíl wel graag het goede doen, maar dat is wel heel erg moeilijk." Daarna ging Hij voor de tweede keer weg en bad: "Vader, als het echt nodig is dat Ik de wijnbeker van uw straf leegdrink, zal Ik het doen omdat U het wil." Toen Hij terug kwam, merkte Hij dat ze weer in slaap waren gevallen. Want hun ogen waren zwaar van de slaap. Hij liet hen daar en ging opnieuw weg en bad voor de derde keer. Hij bad hetzelfde als de vorige keren. Toen kwam Hij bij zijn leerlingen terug en zei tegen hen: "Slaap nu maar en rust uit. Het is genoeg geweest. Nu komt het moment dat de Mensenzoon door slechte mensen gevangen genomen zal worden." Jezus zei: "Sta op, we gaan. Kijk, daar komt de man die Mij verraadt." Op datzelfde moment kwam Judas aanlopen, één van de twaalf leerlingen. Hij bracht een grote groep mannen met zwaarden en knuppels mee. Ze waren gestuurd door de leiders van de priesters en de leiders van het volk. Judas had een teken met hen afgesproken. Hij had gezegd: "De man die ik groet met een kus, díe moet je grijpen." Hij liep recht op Jezus af. Hij zei: "Dag Meester" en gaf Hem een kus. Maar Jezus zei tegen hem: "Vriend, wat kom je hier doen?" Toen grepen de mannen Jezus. Eén van de leerlingen trok zijn zwaard. Hij raakte de slaaf van de hogepriester en hakte het oor van de man eraf. Maar Jezus zei tegen hem: "Doe je zwaard weg. Want mensen die geweld gebruiken, zullen door geweld sterven. Of denken jullie dat Ik mijn Vader niet om hulp kan vragen? Dan zou Hij Mij onmiddellijk wel twaalf legers engelen sturen om Mij te helpen. Maar hoe zou dan werkelijkheid kunnen worden wat er in de Boeken staat? Die zeggen dat het op deze manier moet gebeuren." Toen zei Jezus tegen de mannen: "Jullie doen alsof jullie een moordenaar gevangen moeten nemen, met die zwaarden en die knuppels. Elke dag zat Ik bij jullie in de tempel les te geven. Maar toen hebben jullie Mij niet gevangen genomen. Maar het gebeurt allemaal op deze manier, omdat het vroeger zo in de Boeken van de profeten werd opgeschreven." Toen lieten alle leerlingen Hem in de steek en sloegen op de vlucht.