In die tijd hoorde koning Herodes wat er over Jezus werd verteld. Hij zei tegen zijn dienaren: "Dat is Johannes de Doper! Johannes is uit de dood opgestaan en weer levend geworden! Daarom kan Hij die wonderen doen." Want Herodes had Johannes gevangen genomen, laten boeien en in de kerker gezet. Dat had hij gedaan omdat [ Johannes hem had gewaarschuwd toen ] hij met Herodias, de vrouw van zijn broer Filippus, was getrouwd. Want Johannes had tegen hem gezegd: "U mag niet met haar trouwen." Herodes wilde hem eigenlijk laten doden, maar hij durfde niet. Want hij was bang voor een opstand, omdat het volk geloofde dat Johannes een profeet was. Maar op de verjaardag van Herodes danste de dochter van Herodias voor de gasten. Herodes vond het prachtig. Hij zwoer haar dat hij haar zou geven wat ze maar wilde. Haar moeder had haar van tevoren al opgestookt om te zeggen: "Geef mij hier op een schotel het hoofd van Johannes de Doper." De koning werd erg bedroefd, maar toch wilde hij geen nee zeggen. Want hij had het gezworen en hij wilde niet afgaan voor zijn gasten. Daarom gaf hij bevel haar het hoofd te geven. Hij liet Johannes in de gevangenis onthoofden. Zijn hoofd werd op een schotel naar het meisje gebracht. Zij bracht het naar haar moeder. En zijn leerlingen kwamen zijn lichaam halen en begroeven hem. Daarna gingen ze het aan Jezus vertellen.
Lees Matteüs 14
Luisteren Matteüs 14
Delen
Alle vertalingen vergelijken: Matteüs 14:1-12
Sla Bijbelteksten op, lees offline, bekijk onderwijsvideo's en meer!
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's