Lukas 5:12-32

Lukas 5:12-32 BB

Op een keer, toen Jezus in één van de steden was, kwam er een zieke man naar Hem toe. De huid van zijn hele lichaam was ziek. Toen hij Jezus zag, liet hij zich voor Hem op zijn knieën vallen. Hij smeekte Jezus: "Heer, als U het wil, kunt U mij gezond maken!" Jezus stak zijn hand uit, raakte hem aan en zei: "Ik wil het. Wees gezond." Onmiddellijk werd zijn huid gezond. Jezus zei streng tegen de man dat hij het aan niemand mocht vertellen. Verder zei Hij: "Ga naar de priester. Laat hem zien dat je weer gezond bent. Breng dan het offer voor je genezing zoals dat moet volgens de wet van Mozes. Dat zal voor de mensen het bewijs zijn dat je genezen bent." Er werd steeds meer over Hem gepraat. Daardoor kwamen er grote groepen mensen naar Hem toe. Ze dromden om Hem heen om naar Hem te luisteren en om door Hem genezen te worden. Maar Hij vertrok naar een eenzame plaats, om te bidden. Op een keer was Jezus weer aan het lesgeven. Er waren ook Farizeeërs en wetgeleerden naar Hem komen luisteren. Zij waren uit alle dorpen van Galilea en Judea en uit Jeruzalem naar Hem toe gekomen. En de kracht van God was er, zodat Hij mensen kon genezen. Er kwamen een paar mannen met een verlamde vriend op een matras. Ze probeerden hem naar binnen te dragen, want ze wilden hem bij Jezus brengen. Maar dat lukte niet doordat er te veel mensen waren. Daarom klommen ze met hem het dak op. Ze haalden een paar tegels weg om een gat te maken en lieten hem op de matras door het dak zakken. Hij kwam midden in de kamer vlak bij Jezus neer. Jezus zag hun geloof en zei tegen de man: "Ik vergeef je al je ongehoorzaamheid aan God." De wetgeleerden en Farizeeërs zeiden tegen elkaar: "Wie denkt Hij wel dat Hij is? Alleen God kan iemand vergeven dat hij ongehoorzaam aan Hem is geweest! Hij beledigt God!" Maar Jezus wist wat ze dachten. Daarom zei Hij: "Waarom vragen jullie je af of Ik dit wel mag zeggen? Wat is gemakkelijker om te zeggen: 'Ik vergeef je al je ongehoorzaamheid aan God,' of: 'Sta op en loop'? Maar Ik wil dat jullie weten dat de Mensenzoon hier op de aarde de macht heeft om de mensen te vergeven dat ze ongehoorzaam aan God zijn geweest." En Hij zei tegen de verlamde man: "Daarom zeg Ik je: sta op, pak je matras op en ga naar huis." Iedereen zag hoe de man onmiddellijk opstond en de matras oppakte waarop hij had gelegen. Hij ging naar huis, terwijl hij God luid prees. De mensen waren geschokt. En ze prezen God en zeiden vol ontzag: "Ongelooflijk, wat we vandaag hebben gezien!" Daarna vertrok Jezus daar. Toen zag Jezus een belasting-ontvanger, Levi [ (= Matteüs) ], in zijn kantoortje zitten. Jezus zei tegen hem: "Volg Mij." De man stond op, liet alles achter, en volgde Hem. Levi liet in zijn huis een grote feestmaaltijd voor Jezus klaarmaken. Heel veel andere belasting-ontvangers en andere mensen deden aan de maaltijd mee. De Farizeeërs en wetgeleerden mopperden tegen Jezus' leerlingen: "Waarom eten en drinken jullie met belasting-ontvangers en [ andere ] slechte mensen?" Jezus antwoordde: "Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar zieke mensen wél. Ik ben niet gekomen om goede mensen te roepen, maar om slechte mensen te zeggen dat ze moeten gaan leven zoals God het wil."