Lukas 23:1-32

Lukas 23:1-32 BB

Ze stonden allemaal op en brachten Jezus naar de Romeinse bestuurder van Judea: Pilatus. Daar begonnen ze Hem te beschuldigen: "We hebben ontdekt dat deze man ons volk op verkeerde ideeën brengt. Want Hij verbiedt de mensen om aan de Romeinse keizer belasting te betalen. En Hij zegt van Zichzelf dat Hij de Messias is, de beloofde koning. Pilatus vroeg Hem: "Ben Jij de koning van de Joden?" Jezus antwoordde hem: "U zegt het." Pilatus zei tegen de leiders van de priesters en de grote groep mensen: "Deze man is nergens schuldig aan." Maar de mensen hielden vol en zeiden: "Hij maakt het volk in heel Judea opstandig tegen de keizer met wat Hij de mensen leert. Dat doet Hij al vanaf het begin, van Galilea tot hier toe." Toen Pilatus dat hoorde, vroeg hij of Jezus een Galileeër was. Toen hij begreep dat Hij uit het gebied kwam waar Herodes koning over was, stuurde hij Jezus naar Herodes. Want Herodes was op dat moment ook in Jeruzalem. Herodes was blij toen hij Jezus zag. Want hij had al heel lang gehoopt Hem een keer te kunnen zien, omdat hij veel over Hem had gehoord. Hij hoopte Jezus een keer een wonder te zien doen. Hij stelde Jezus een heleboel vragen, maar Jezus antwoordde hem niets. En de leiders van de priesters en de wetgeleerden stonden Hem heftig van allerlei dingen te beschuldigen. Herodes en zijn soldaten maakten Hem belachelijk. Ze deden Hem een prachtige mantel om en stuurden Hem zo naar Pilatus terug. Vanaf die dag waren Herodes en Pilatus vrienden. Vóór die tijd waren ze vijanden van elkaar geweest. Toen riep Pilatus de leiders van de priesters en de leiders en het volk bij zich en zei: "Jullie hebben deze Man bij mij gebracht. Jullie beschuldigen Hem ervan dat Hij het volk opstandig maakt tegen de keizer. Jullie waren erbij toen ik Hem ondervroeg. Maar ik heb niets ontdekt van de dingen waarvan jullie Hem beschuldigen. En Herodes ook niet, want hij heeft Hem naar ons terug gestuurd. Hij heeft niets gedaan waarop de doodstraf staat. Ik zal Hem dus zweepslagen laten geven en Hem dan vrijlaten." Want hij was verplicht op het feest iemand vrij te laten. Maar ze schreeuwden als één man: "Weg met Hem! Laat Barabbas vrij!" Barabbas was gevangen genomen bij een rel in de stad. Want tijdens die rel had hij iemand gedood. Maar Pilatus riep luid tegen hen, omdat hij Jezus wilde vrijlaten. Maar ze riepen terug: "Aan het kruis met Hem! Aan het kruis met Hem!" Hij zei voor de derde keer tegen hen: "Maar wat heeft Hij dan voor kwaad gedaan? Ik heb niets gevonden waarvoor Hij de doodstraf moet krijgen. Ik zal Hem dus zweepslagen laten geven en Hem dan vrijlaten!" Maar ze eisten luid schreeuwend dat Hij gekruisigd zou worden. Ze schreeuwden harder en harder. Toen besloot Pilatus te doen wat ze eisten. Hij liet de man vrij die vanwege de rel en de moord in de gevangenis zat. Maar met Jezus mochten ze doen wat ze wilden. Toen ze Jezus meenamen, grepen ze een man die net van zijn land kwam. Dat was Simon uit Cyrene. Ze legden het kruis op zijn rug en dwongen hem om het achter Jezus aan te dragen. Een grote groep mensen volgde Hem. Ook veel vrouwen volgden. Huilend en handenwringend van verdriet over Hem liepen ze mee. Jezus draaide Zich naar hen om en zei: "Vrouwen van Jeruzalem, huil niet om Míj, maar om jullie zelf en om jullie kinderen. Want er komt een tijd dat de mensen zullen zeggen: 'Het is heerlijk voor je als je nooit kinderen hebt gekregen.' Want de mensen zullen tegen de bergen zeggen: 'Val op ons!' En tegen de heuvels: 'Bedek ons!' Want als de mensen deze dingen doen met de levende tak, wat zal er dan met de dorre takken gebeuren?" Er werden ook nog twee misdadigers meegenomen. Ze zouden tegelijk met Jezus ter dood gebracht worden.

Gratis leesplannen en overdenkingen die te maken hebben met Lukas 23:1-32

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid