Jeremia 21
21
Koning Zedekia stuurt boodschappers naar Jeremia
1Koning Zedekia#Lees 2 Koningen 24:18-20 tot 2 Koningen 25:1-7. stuurde Pashur, de zoon van Malkia, en de priester Zefanja, de zoon van Maäseja, naar Jeremia toe met de volgende boodschap: 2"Vraag alstublieft voor mij aan de Heer wat ik moet doen. Want koning Nebukadnezar van Babel valt ons aan. Misschien wil de Heer weer een wonder voor ons doen,#Koning Zedekia dacht er waarschijnlijk aan hoe God Jeruzalem redde van het leger van koning Sanherib in de tijd van koning Hizkia, en hoopte dat Hij weer zoiets zou doen. Lees 2 Kronieken 32:1, 21 en 22. zodat Nebukadnezar met zijn leger vertrekt." 3Jeremia zei tegen hen: "Dit is wat jullie tegen koning Zedekia moeten zeggen. 4Dit zegt de Heer, de God van Israël: Let op, de Babyloniërs zullen de stad omsingelen. Maar Ik zal de wapens waarmee u tegen de koning van Babel strijdt, krachteloos maken. Ik zal ze binnen de muren van de stad verzamelen. 5Ik zal Zelf krachtig tegen u strijden. Want Ik ben woedend. 6Mens en dier zal Ik doden met de pest. 7En iedereen die de pest, het zwaard en de honger overleeft, zal Ik in de macht van koning Nebukadnezar geven. Ook koning Zedekia en zijn dienaren. Ik zal hen door hun vijanden laten doden, zonder iemand in leven te laten. Nebukadnezar zal met niemand medelijden hebben.
8En zeg tegen het volk: Dit zegt de Heer: Let op, Ik geef jullie de keuze tussen leven en dood. 9Wie in deze stad blijft, zal gedood worden door het zwaard, de honger of de pest. Maar wie de stad verlaat en zich aan de Babyloniërs overgeeft, zal in leven blijven. Hij zal zijn leven redden. 10Want Ik heb besloten deze stad kwaad te doen, en niet langer goed te doen, zegt de Heer. De stad zal in handen van de koning van Babel vallen. Hij zal Jeruzalem in brand steken.
11En luister naar wat de Heer zegt tegen koning Zedekia van Juda. 12De Heer zegt tegen de koning: Koning uit de familie van David, zorg ervoor dat u elke dag rechtvaardig rechtspreekt. Veroordeel schuldige mensen en spreek onschuldige mensen vrij. Anders zal Ik mijn woede als een vuur over u uitstorten, omdat u zulke slechte dingen doet. Niemand zal dat vuur kunnen blussen. 13Let op, bewoners van Jeruzalem, Ik zal jullie straffen! Jullie zitten daar zo rustig in je stad op de rotsachtige hoogvlakte. Jullie zeggen: 'Wie zou er naar ons toe komen? Wie zou onze huizen binnen dringen?' 14Maar Ik zal jullie straffen voor wat jullie hebben gedaan, zegt de Heer. Ik zal de bossen van Jeruzalem in brand steken. Het vuur zal alles om zich heen verbranden."
Nu geselecteerd:
Jeremia 21: BB
Markering
Deel
Kopiëren
Wil je jouw markerkingen op al je apparaten opslaan? Meld je aan of log in
BasisBijbel
Copyright © 2013 Stichting BasisBijbel
Gecorrigeerde tekst © 2015
Alle rechten voorbehouden
Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016