Ester 1:13-18

Ester 1:13-18 BB

De koning overlegde met zijn raadgevers wat hij doen moest. (Want het was in die tijd de gewoonte dat de koning alles overlegde met zijn raadgevers, want zij kenden de wetten.) Die raadgevers heetten Karsena, Setar, Admata, Tarsis, Meres, Marsena en Memuchan, de zeven ministers van Perzië en Medië. Zij waren de belangrijkste mannen van zijn rijk. Hij zei tegen hen: "Wat moet er volgens de wet met koningin Vasti gebeuren? Want ze heeft niet gedaan wat ik, de koning, haar via mijn dienaren had bevolen." Toen zei Memuchan tegen de koning en de andere raadgevers: "Koningin Vasti heeft niet alleen de koning beledigd, maar ook alle ministers en alle volken die in de provincies van het koninkrijk van koning Ahasveros wonen. Want alle andere vrouwen zullen horen wat de koningin heeft gedaan. Ze zullen horen dat koning Ahasveros zijn vrouw Vasti het bevel gaf om naar hem toe te komen, en dat ze niet kwam. Dan zullen zij geen respect meer hebben voor hun man. Vandaag nog zullen de vrouwen van de ministers van Perzië en Medië horen wat de koningin heeft gedaan. Ze zullen er met hun mannen over spreken. En ze zullen geen respect meer voor hen hebben. Hun mannen zullen daar boos over zijn.