Efeziërs 2:11-13

Efeziërs 2:11-13 BB

Bedenk dat jullie vroeger niet bij Gods volk hoorden. Want jullie waren niet [ zoals de Joden ] besneden. Jullie werden 'onbesneden' genoemd door de mensen die wél besneden waren. (De besnijdenis is een teken dat mensen in het lichaam aanbrachten. [ Het bewees dat ze bij God hoorden ].) Jullie hoorden niet bij God. Daardoor hadden jullie Christus niet. Ook hadden jullie niet de rechten die het volk Israël had, want jullie hoorden niet bij zijn volk. En de verbonden van Gods beloften waren niet voor jullie. Jullie hadden dus geen hoop en geen God in deze wereld. Zo waren jullie vroeger ver weg [ van God ]. Maar nu zijn jullie in Jezus Christus dicht bij [ God ] gekomen, door het bloed van Christus.

Gerelateerde video's