1 Koningen 4:20-25

1 Koningen 4:20-25 BB

De Judeeërs en Israëlieten waren zo ontelbaar als het zand langs de zee. Ze hadden voorspoed en waren gelukkig. Salomo heerste over alle landen vanaf de Rivier [ de Eufraat ] tot aan het land van de Filistijnen en tot aan de grens van Egypte. Ze betaalden hem belasting en dienden hem, zijn leven lang. Elke dag had Salomo voor het paleis nodig: 30 kor [ (7500 liter) ] fijn meel en 60 kor [ (15.000 liter) ] gewoon meel, 10 vetgemeste koeien, 20 koeien uit het weiland, 100 schapen, verder nog herten, gazellen, damherten en vetgemeste ganzen. Hij heerste over het hele gebied aan de westkant van de Rivier, vanaf Tifsa tot aan Gaza, over alle koningen aan de westkant van de Rivier. En in zijn hele rijk heerste vrede. Alle bewoners konden in rust en vrede wonen, vanaf Dan [ in het noorden ] tot Berseba [ in het zuiden ], Salomo's hele leven lang.