1 Koningen 15:2-8

1 Koningen 15:2-8 BB

Hij regeerde drie jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Maächa en was een [ klein ]dochter van Absalom. Hij deed dezelfde slechte dingen als zijn vader had gedaan. Hij wilde niet met zijn hele hart zijn Heer God dienen, zoals zijn voorvader David had gedaan. Maar toen Abiam stierf, liet de Heer Abiams zoon koning worden in Jeruzalem. Zo bleef Jeruzalem de koningsstad. Dat deed de Heer omdat Hij dat aan David had beloofd. Hij had dat beloofd omdat David had geleefd zoals de Heer het wil. Hij was zijn leven lang de Heer gehoorzaam geweest. Alleen wat betreft de Hetiet Uria had David kwaad gedaan. De oorlog die er was geweest tussen Rehabeam en Jerobeam ging door tijdens het hele leven van Abiam. De rest van wat Abiam allemaal heeft gedaan, staat opgeschreven in de boeken met de geschiedenis van de koningen van Juda. En er was oorlog tussen Abiam en Jerobeam. Abiam stierf en werd begraven in de 'Stad van David'. Zijn zoon Asa werd na hem koning van Juda.