Lieve broeders en zusters, geloof niet zomaar iedereen. Ga bij iedereen na of zijn boodschap wel echt van God komt. Want er lopen heel veel bedriegers op de wereld rond. Zó kunnen jullie de Geest van God herkennen: iedereen die erkent dat Jezus Christus werkelijk een mens van vlees en bloed is geworden, hoort bij God. En iedereen die dat niet wil erkennen, hoort niet bij God, maar bij de vijand van Christus. Jullie weten dat die vijand zal komen. Hij is er ook nu al.
Jullie zijn uit God geboren, kinderen, en jullie hebben de vijanden van Christus overwonnen. Want Hij die in jullie is, is machtiger dan hij die in de wereld heerst. De bedriegers zijn ongelovige mensen. Daarom zeggen ze dingen die de ongelovige mensen graag horen. En daarom luisteren de ongelovige mensen ook naar hen. Maar wij horen bij God. De mensen die bij God horen, luisteren naar ons. De mensen die niet bij God horen, luisteren niet naar ons. Zo kunnen we weten of iemand vanuit de Geest van de waarheid spreekt, of vanuit de geest van bedrog.
Lieve broeders en zusters, laten we van elkaar houden. Want de liefde komt van God. Als je van de broeders en zusters houdt, ben je uit God geboren en ken je God. Als je niet van de broeders en zusters houdt, ken je God niet, want God is liefde. We hebben gezien dat God van ons houdt: Hij heeft zijn enige Zoon naar de aarde gestuurd om ons eeuwig leven te geven. De liefde waar ik het over heb is niet ónze liefde voor God, maar Gods liefde voor óns. Omdat Hij zoveel van ons houdt, stuurde Hij zijn Zoon. Zijn Zoon gaf zijn leven als offer, waardoor wij vergeving voor onze ongehoorzaamheid konden krijgen. Lieve broeders en zusters, als God zóveel van ons houdt, moeten wij ook van elkaar houden. Niemand heeft ooit God gezien. Maar als we van elkaar houden, woont God in ons en zijn we helemaal vol van zijn liefde.
We weten dat we één met Hem zijn en dat Hij één met ons is, doordat Hij ons van zijn Geest heeft gegeven. Wij hebben met eigen ogen gezien dat de Vader de Zoon heeft gestuurd als Redder van de mensen. En dat is wat wij aan de mensen vertellen. Als iemand hardop erkent dat Jezus de Zoon van God is, mag hij er zeker van zijn dat God in hem woont en dat hij in God is. We hebben gezien en geloofd dat God heel veel van ons houdt. God is liefde. En als jullie net als God van elkaar houden, blijven jullie in God en blijft God in jullie.
Als we helemaal vol van Gods liefde zijn geworden, hoeven we helemaal niet bang te zijn op de dag dat God over de mensen zal rechtspreken. Want dan zijn we in deze wereld net zoals Jezus. Als je zeker weet dat God van je houdt en je dus vol bent van zijn liefde, hoef je niet bang voor Hem te zijn. Want volmaakte liefde verjaagt alle angst voor God. Want als je bang bent, komt dat omdat je bang bent voor straf. Als je bang bent, ben je nog niet helemaal vol van liefde.
Wij houden van God omdat Hij eerst van óns hield. Als je zegt dat je van God houdt, maar een hekel hebt aan een broeder of zuster, dan ben je een leugenaar. Want als je niet houdt van je broeder of zuster die je kunt zien, hoe kun je dan houden van God die je niet kunt zien? Daarom heeft Jezus ons bevolen: als je van Hem houdt, moet je ook van je broeders en zusters houden.