1
MATTHEÜS 26:41
Statenvertaling Jongbloed-editie
Waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.
Vergelijk
Ontdek MATTHEÜS 26:41
2
MATTHEÜS 26:38
Toen zeide Hij tot hen: Mijn ziel is geheel bedroefd tot den dood toe; blijft hier en waakt met Mij.
Ontdek MATTHEÜS 26:38
3
MATTHEÜS 26:39
En een weinig voortgegaan zijnde, viel Hij op Zijn aangezicht, biddende en zeggende: Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat dezen drinkbeker van Mij voorbijgaan! doch niet, gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt.
Ontdek MATTHEÜS 26:39
4
MATTHEÜS 26:28
Want dat is Mijn bloed, het bloed des Nieuwen Testaments, hetwelk voor velen vergoten wordt, tot vergeving der zonden.
Ontdek MATTHEÜS 26:28
5
MATTHEÜS 26:26
En als zij aten, nam Jezus het brood, en gezegend hebbende, brak Hij het, en gaf het den discipelen, en zeide: Neemt, eet, dat is Mijn lichaam.
Ontdek MATTHEÜS 26:26
6
MATTHEÜS 26:27
En Hij nam den drinkbeker, en gedankt hebbende, gaf hun dien, zeggende: Drinkt allen daaruit
Ontdek MATTHEÜS 26:27
7
MATTHEÜS 26:40
En Hij kwam tot de discipelen en vond hen slapende, en zeide tot Petrus: Kunt gij dan niet één uur met Mij waken?
Ontdek MATTHEÜS 26:40
8
MATTHEÜS 26:29
En Ik zeg u, dat Ik van nu aan niet zal drinken van de vrucht des wijnstoks tot op dien dag, wanneer Ik met u dezelve nieuw zal drinken in het Koninkrijk Mijns Vaders.
Ontdek MATTHEÜS 26:29
9
MATTHEÜS 26:75
En terstond kraaide de haan; en Petrus werd indachtig het woord van Jezus, Die tot hem gezegd had: Eer de haan gekraaid zal hebben, zult gij Mij driemaal verloochenen. En naar buiten gaande, weende hij bitterlijk.
Ontdek MATTHEÜS 26:75
10
MATTHEÜS 26:46
Staat op, laat ons gaan; ziet, hij is nabij, die Mij verraadt.
Ontdek MATTHEÜS 26:46
11
MATTHEÜS 26:52
Toen zeide Jezus tot hem: Keer uw zwaard weder in zijn plaats; want allen, die het zwaard nemen, zullen door het zwaard vergaan.
Ontdek MATTHEÜS 26:52
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's