1
Genesis 3:6
VensterBijbel
En de vrouw zag dat die boom heerlijke vruchten had, een lust voor het oog. De boom was zo aantrekkelijk, omdat ze er inzicht door zou krijgen. En ze plukte er een vrucht af en at. Ze gaf er ook van aan haar man, die bij haar was, en hij at.
Mampitaha
Mikaroka Genesis 3:6
2
Genesis 3:1
De slang was het sluwste dier van alle wilde dieren die de HEER God gemaakt had. De slang zei tegen de vrouw: "God heeft zeker gezegd dat jullie van geen enkele boom in deze tuin mogen eten?"
Mikaroka Genesis 3:1
3
Genesis 3:15
En Ik sticht vijandschap tussen jou en de vrouw, tussen jouw nageslacht en haar nageslacht: haar nakomeling zal jou de kop verbrijzelen en jij zult hem de hiel verbrijzelen."
Mikaroka Genesis 3:15
4
Genesis 3:16
Tegen de vrouw zei Hij: "Ik zal je zwangerschappen zwaar voor je maken en met pijn zul je je kinderen ter wereld brengen. Je begeerte zal naar je man uitgaan, maar hij zal over je heersen."
Mikaroka Genesis 3:16
5
Genesis 3:19
Je zult je in het zweet moeten werken voor je brood, tot je terugkeert naar de aarde waaruit je bent gevormd. Want je bent stof en tot het stof zul je terugkeren."
Mikaroka Genesis 3:19
6
Genesis 3:17
Tegen Adam zei Hij: "Omdat je naar je vrouw geluisterd hebt en gegeten hebt van de boom waarvan Ik je verboden had te eten, zal de aardbodem voortaan vervloekt zijn vanwege jou. Je zult er voortaan op moeten zwoegen om te eten, je leven lang.
Mikaroka Genesis 3:17
7
Genesis 3:11
En Hij vroeg: "Wie heeft jou verteld dat je naakt bent? Heb je gegeten van de boom waarvan Ik je verboden had te eten?"
Mikaroka Genesis 3:11
8
Genesis 3:24
Hij verdreef de mens uit de tuin van Eden en plaatste aan de oostkant daarvan cherubs en een vlammend, heen en weer bewegend zwaard, om de weg naar de boom die leven geeft te bewaken.
Mikaroka Genesis 3:24
9
Genesis 3:20
Adam noemde zijn vrouw Eva, omdat zij de moeder van alle levenden geworden is.
Mikaroka Genesis 3:20
Fidirana
Baiboly
Planina
Horonan-tsary