Handelingen 15
15
De vergadering in Jeruzalem
1En er kwamen gelovig geworden Joden uit Judea naar Antiochië. Zij leerden de niet-Joodse broeders: "Als jullie je niet laten besnijden zoals Mozes heeft gezegd,#Lees Leviticus 12:3 en Genesis 17:9-13. Alle Joodse mannen moesten hun geslachtsdeel laten besnijden. Dat was het teken van het verbond van God met het Joodse volk. kunnen jullie niet worden gered." 2Paulus en Barnabas zeiden duidelijk dat ze het daar helemaal niet mee eens waren. De gemeente besloot om Paulus en Barnabas met een aantal leerlingen naar Jeruzalem te sturen. Ze moesten daar aan de apostelen en de leiders van de gemeente gaan vragen hoe het zat.
3Ze werden een eindje door de gemeente op weg gebracht. Daarna reisden ze door Fenicië en Samaria naar Jeruzalem. Onderweg vertelden ze aan alle broeders en zusters over de niet-Joodse mensen die in Jezus waren gaan geloven. Zij waren allemaal erg blij over dat verhaal. 4Zo kwamen Paulus en Barnabas met de leerlingen in Jeruzalem. Daar werden ze door de gemeente, de apostelen en de leiders van de gemeente ontvangen. Ze vertelden over alle geweldige dingen die God door hen had gedaan. 5Ze vertelden ook over de Farizeeërs#De Farizeeërs waren mensen die probeerden om zich zo precies mogelijk aan de wet van God te houden. Ze hadden een heel uitgebreid systeem van regels opgebouwd over hoe de wet van God in het dagelijks leven toegepast zou moeten worden. Ze waren zelfs nog preciezer dan nodig was, want ze hielden zich ook aan de strengere regels die alleen voor de priesters golden. Ze vonden zichzelf veel beter dan het 'gewone volk' dat zich minder met de wet bezighield. Ze hielden zich daarvan op een afstand, omdat ze vonden dat ze 'onrein' werden van die mensen. die waren gekomen. Dat waren Farizeeërs die in Jezus waren gaan geloven. Maar nu leerden zij aan de niet-Joodse gelovigen dat zij zich moesten laten besnijden. Ook dat ze zich aan de wet van Mozes moesten gaan houden om gered te worden.
6De apostelen en de leiders van de gemeente vergaderden hierover. 7Maar ze verschilden van mening en kregen er ruzie over. Toen stond Petrus op en zei tegen hen: "Broeders, jullie weten dat God mij vanaf het begin heeft aangewezen om het goede nieuws aan mensen van andere volken te brengen, zodat ook zij zouden gaan geloven. 8En God die alle harten kent, heeft hun de Heilige Geest gegeven, net zoals Hij óns de Heilige Geest gegeven heeft. 9Daarmee liet Hij zien dat Hij geen verschil maakt tussen Joden en niet-Joden, en dat Hij door hun geloof hun hart heeft schoongewassen.
10Waarom willen jullie dan nu God uitdagen? Want jullie zeggen dat zij zich aan de wet van Mozes moeten gaan houden. Maar dan willen jullie de leerlingen iets laten doen wat wijzelf en onze voorouders niet konden! 11Maar wij geloven dat we niet door de wet van Mozes, maar door de liefdevolle goedheid van de Heer Jezus worden gered. En dat geldt dus ook voor hen."
12Toen werd het weer rustig in de vergadering. Ze luisterden naar Barnabas en Paulus. Die vertelden hun over alle wonderen die God door hen had gedaan bij de niet-Joodse mensen. 13Toen Barnabas en Paulus klaar waren met vertellen, zei Jakobus: "Broeders, luister naar mij! 14Simon Petrus heeft verteld hoe God voor het eerst mensen van een ander volk aannam als zijn eigen volk, door hun geloof in Jezus.#Lees Handelingen 11:4-17 15Dat klopt ook met wat de profeten hebben gezegd. Want er staat in de Boeken: 16'Daarna zal Ik terugkomen en het koninkrijk van David weer opbouwen. Nu is dat rijk er net zo slecht aan toe als een half ingestort huis met scheuren in de muren.#Het koninkrijk van David was helemaal vervallen geraakt doordat de mensen zich niets meer van God aangetrokken hadden. Op een gegeven moment bestond het land zelfs nauwelijks meer. De bewoners van Israël werden gevangen meegenomen naar Assur, de bewoners van Juda naar Babel. In Jezus' tijd was het land maar een provincie van het Romeinse Rijk. Maar op een dag zal God het land herstellen en weer zo groot maken als in de tijd van David. Lees Amos 9:11-15. Maar Ik zal de scheuren dichtmaken. De delen die zijn ingestort, zal Ik weer opbouwen. 17Want dan zal ook de rest van de mensen de Heer zoeken, namelijk alle volken die van Mij horen, zegt de Heer, die dit allemaal doet. 18Ik zal doen wat Ik vanaf het begin al heb gezegd.' 19Daarom vind ik dat we het de niet-Joodse mensen die in God gaan geloven niet moeilijk moeten maken. 20We zullen hun schrijven dat ze de volgende dingen niet mogen doen: ze mogen niets eten wat aan de afgoden geofferd is, ze mogen niet met allerlei vrouwen of mannen naar bed gaan, ze mogen geen vlees eten waar het bloed niet uit is weggelopen, en ze mogen geen bloed eten of drinken. 21Want vanaf het begin zijn er in elke stad mensen geweest die aan de mensen de wet van Mozes leren. Want elke heilige rustdag worden zijn boeken in de synagogen voorgelezen. Dus deze regels kennen ze."
Terug naar Antiochië met het antwoord van de vergadering
22Hiermee was iedereen het eens. Ze besloten om een paar mannen met Paulus en Barnabas mee naar Antiochië te sturen. Ze kozen Judas Barsabbas en Silas uit. Dat waren leiders van de gemeente in Jeruzalem. 23Ze gaven hun de volgende brief mee: "De apostelen en leiders van de gemeente doen de groeten aan hun broeders en zusters uit niet-Joodse volken in Antiochië, Syrië en Cilicië. 24Wij hebben gehoord dat een paar mensen uit onze gemeente jullie onzeker hebben gemaakt. Zij hebben jullie gezegd dat jullie je moeten laten besnijden. Ook dat jullie je aan de wet van Mozes moeten gaan houden. Maar wij hadden hun dat helemaal niet gezegd. 25Wij hebben met elkaar besloten om Paulus en Barnabas met nog een paar broeders naar jullie toe te sturen. 26(Paulus en Barnabas hebben hun leven over voor onze Heer Jezus Christus.) 27Wij hebben Judas en Silas met hen mee gestuurd. Zij zullen jullie deze brief brengen. Bovendien zullen ze jullie ook zelf uitleggen hoe het zit. 28Want het leek de Heilige Geest en ons goed om jullie te zeggen dat jullie je alleen aan de volgende dingen moeten houden: 29jullie mogen niets eten wat aan de afgoden geofferd is, jullie mogen geen bloed eten of drinken, jullie mogen geen vlees eten waar het bloed niet uit is weggelopen en jullie mogen niet met allerlei mannen of vrouwen naar bed gaan. Als jullie je hieraan houden, is alles in orde. Het ga jullie goed!"
30Ze namen afscheid en reisden weer naar Antiochië. Toen ze daar aangekomen waren, riepen ze de gemeente bij elkaar en gaven de brief. 31Toen de mensen die gelezen hadden, waren ze erg blij en bemoedigd. 32Judas en Silas, die profeten waren, bemoedigden de broeders en zusters en bouwden hen op in het geloof. 33Na een tijd werden ze door de broeders met hartelijke groeten weer terug gestuurd naar Jeruzalem. 34Maar Silas besloot te blijven.
35Ook Paulus en Barnabas bleven in Antiochië. Ze gaven les en predikten samen met veel andere mensen het woord van de Heer.
Verschil van mening tussen Paulus en Barnabas
36Maar na een paar dagen zei Paulus tegen Barnabas: "Laten we teruggaan naar onze broeders en zusters in alle steden waar we het woord van de Heer hebben gebracht. Ik wil gaan kijken hoe het met hen gaat." 37Barnabas wilde dat ook Johannes Markus met hen mee zou gaan. 38Maar Paulus wilde dat niet. Want Johannes Markus was na Pamfilië niet met hen meegegaan naar die steden. 39Ze kregen er ruzie over. Daarom gingen ze uit elkaar. Barnabas voer met Johannes Markus naar Cyprus. 40Maar Paulus vroeg Silas om met hem mee te gaan. Samen vertrokken ze, nadat de gemeente hen in gebed aan de Heer had toevertrouwd. 41Hij reisde met Silas door Syrië en Cilicië en bemoedigde de gemeenten daar.
Currently Selected:
Handelingen 15: BB
Highlight
Share
Copy
Want to have your highlights saved across all your devices? Sign up or sign in
BasisBijbel
Copyright © 2013 Stichting BasisBijbel
Gecorrigeerde tekst © 2015
Alle rechten voorbehouden
Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016