Genesis Inleiding
Inleiding
De naam Genesis betekent ‘oorsprong’ of ‘begin’. Het eerste boek van de Bijbel vertelt hoe God de wereld en de mensheid maakte en welke plaats de mens in die wereld kreeg. Het vertelt hoe de zonde in de wereld kwam, hoe God daarop reageerde en hoe er met een wereldwijde overstroming een nieuwe start wordt gemaakt. Genesis beschrijft het begin van de menselijke geschiedenis, hoe de mensen zich ontwikkelden, hoe de talen ontstonden en waar de verschillende volken gingen wonen. Vervolgens spitst de aandacht zich toe op het ontstaan van het Hebreeuwse of Joodse volk met Abraham als stamvader. Daarna volgen de verhalen over Isaak en Jakob en over de zonen van Jakob. Het boek eindigt met de dood van Jozef in Egypte.
De belangrijkste boodschap in Genesis is dat God de mensen die Hij heeft geschapen, niet loslaat, ook al zondigen die mensen vaak en laten zij hun band met God wel los. Het doel van God met zijn schepping is de mensen te redden. Met grote nadruk wordt beschreven hoe God de geschiedenis bestuurt met het oog op het welzijn en de redding van de mensen (Genesis 50:20). Dit boek is het eerste van de vijf die De vijf boeken van Mozes worden genoemd en die in de Hebreeuwse Bijbel als het belangrijkste deel gelden (de Tora).
Het Boek™
Copyright © 1979, 1988, 1998, 2007 by Biblica, Inc.
Used by permission. All rights reserved worldwide.