Ik moet zeggen
dat het mij groot verdriet doet
dat God, de Allerhoogste,
van gedachten verandert.
Toch blijf ik mij de grote wonderen van de HERE herinneren.
Alles wat U in het verleden hebt gedaan, zal ik gedenken.
Ik wil over uw werk spreken en nadenken over alles wat U deed.