Wanneer gebed echt wordtVoorbeeld

Dag 3

Bidden in geloof

Zelfs als we alle goede dingen over het gebed bekrachtigen, ontdekken we dat we nog steeds worstelen wanneer we bidden. We vragen ons nog steeds af of God er wel is. We roepen het uit en we ervaren vaak dingen tijdens het gebed die we niet goed weten te interpreteren. Gaf de Schrift ons hierin maar leiding. Misschien doet de Schrift dat wel. 

In 1 Johannes 3:19-20 leidt Johannes onze zielen in zo'n soort worsteling. Eerst ontdekken we dat we voor Hem staan en dat we onze harten moeten geruststellen in zijn aanwezigheid. Dat klinkt meteen wel een beetje raar. Waarom moeten wij onszelf geruststellen in Gods aanwezigheid? Waarom praat ik tegen mezelf als ik bij God ben?! Wat Johannes daarna zegt, legt het probleem uit: "Want als ons hart ons veroordeelt, God is meer dan ons hart, en Hij weet alle dingen." (vs. 20, HSV)  

Let erop dat Johannes aanneemt dat onze harten ons kunnen veroordelen in Gods aanwezigheid. Ik ken dat soort veroordeling wel. Ik heb geworsteld met dat soort ervaringen in gebed. Zoals velen van ons deed ik dan automatisch twee dingen zonder dat ik daar echt erg in had: ten eerste nam ik aan dat mijn gevoelens verbonden waren aan Gods handelingen. Toen ik me veroordeeld voelde, dacht ik dat God het was die me veroordeelde. Ten tweede keerde ik me tegen mezelf, in plaats van dit allemaal voor God te brengen en erop te vertrouwen dat ik op die plekken alleen in Christus hoop kan kennen. Ik ging ervanuit dat ik niet goed genoeg bad of m'n best niet deed, of dat mijn leven niet goed genoeg was. Ik vergat dat God weet dat ik niet weet hoe ik moet bidden, en dat Hij namens mijzelf bidt.

Maar let op waar Johannes' bemoediging over gaat op deze plek. God is groter. God weet alles. God is groter dan jouw hart. Johannes neemt aan dat je hart veel dingen zelf doet en dat die dingen je niet over God vertellen. Wanneer je hart je veroordeelt, herinnert Johannes je eraan dat God groter is dan je hart en dat Hij jou naar Zichzelf toekeert. Johannes helpt je herinneren dat God alles weet – zelfs meer van je zonde dan jijzelf – en dat Hij je tot Zich roept vanwege wat Hij voor jou heeft bereikt. Maar daarom is gebed altijd uit geloof. We moeten de waarheid horen maar daarna moeten we er ook in wandelen.

Hoe heb jij in gebed geworsteld? Wat heeft je hart je in gebed verteld waarvan je dacht dat het God was? Hoe weet je dat God groter is als dat gebeurt?