Wat bomen ons kunnen leren over God en zijn KoninkrijkVoorbeeld

Bomen die geen goede vruchten dragen, worden in het vuur gegooid

Als Johannes de Doper zijn dienstwerk begint, vergelijkt hij mensen met fruitbomen. Later doet Jezus hetzelfde. Het punt van vergelijking is dat bomen herkend kunnen worden aan hun vruchten. “Men plukt toch geen druif van doornstruiken of vijgen van distels? Zo brengt iedere goede boom goede vruchten voort en een slechte boom brengt slechte vruchten voort” (Mattheüs 7:16-17).

Net zo kunnen mensen herkend worden aan hun leven en hun daden. Hun uiterlijke gedrag laat zien wat er in hun hart leeft. Daarom roept Johannes zijn publiek op om vruchten voort te brengen in overeenstemming met de bekering (Mattheüs 3:8).

Zowel Johannes als Jezus benadrukken hoe belangrijk het is om goede vruchten voort te brengen, en dus een zuiver en berouwvol hart te hebben. “Elke boom dan die geen goede vrucht voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen” (Mattheüs 3:10, 7:19). Een fruitboom die slechte vruchten voortbrengt, is waardeloos. Die wordt omgehakt en als brandhout gebruikt. Dat is een angstaanjagende metafoor voor Gods oordeel over mensen die zich niet bekeren, die zichzelf niet aan Jezus onderwerpen, die niet willen dat hun hart wordt gereinigd door zijn vergeving.

Mensen die zich bekeren, worden vergeven en ontvangen de Heilige Geest (Handelingen 2:38-39). En dat wordt zichtbaar in hun leven: “De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing” (Galaten 5:22). Dat is inderdaad goede vrucht! En dat is heel anders dan “de werken van het vlees” die beschreven worden in Galaten 5:19-21.

Wat voor ‘vruchten’ draag jij? Wat voor soort ‘boom’ ben jij?