Gods genade in de toekomst - John PiperVoorbeeld

Een schuilplaats voor hulpelozen

"Om genade te kunnen ontvangen hoeven we niets te verdienen. We hoeven alleen maar onze zwakheid te erkennen en in al onze wanhoop en armoede tot God te vluchten."
- John Piper

Hoeveel we ervaren van toekomstige genade, hangt vaak af van de vraag of we onze toevlucht nemen tot God of dat we twijfelen aan Zijn zorg en naar een andere schuilplaats vluchten.

Er staan in de Bijbel veel rijke beloften voor mensen die de toevlucht nemen tot God. 

‘De HEERE verlost de ziel van Zijn dienaren; allen die tot Hem de toevlucht nemen, worden niet schuldig verklaard’ (Psalm 34:23).

‘Gods weg is volmaakt, de woorden van de HEERE zijn gelouterd, Hij is een schild voor allen die tot Hem de toevlucht nemen’ (2 Samuel 22:31).

‘Welzalig allen die tot Hem de toevlucht nemen!’ (Psalm 2:12).

‘De HEERE is goed, Hij is tot een vesting op de dag van de benauwdheid. Hij kent hen die tot Hem hun toevlucht nemen’ (Nahum 1:7).

De toevlucht nemen tot God heeft niets te maken met onze verdienste of waardigheid. Als we ons ergens verstoppen, dragen we daarmee nog niet bij aan die schuilplaats. Het laat alleen maar zien dat we onszelf als hulpeloos beschouwen en de schuilplaats als een plaats waar we redding kunnen vinden.

Om genade te kunnen ontvangen hoeven we niets te verdienen. We hoeven alleen maar onze zwakheid te erkennen en in al onze wanhoop en armoede tot God te vluchten. 

Een hulpbehoevende heeft niets te eisen en kan niets verdienen. Hij smeekt om barmhartigheid en hoopt op genade.