Zacharia 6:1-8
Zacharia 6:1-8 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En ik hief mijn ogen weder op, en ik zag; en ziet, vier wagens gingen er uit van tussen twee bergen, en die bergen waren bergen van koper. Aan den eersten wagen waren rode paarden; en aan den tweeden wagen waren zwarte paarden. En aan den derden wagen witte paarden; en aan den vierden wagen hagelvlekkige paarden, die sterk waren. En ik antwoordde, en zeide tot den Engel, Die met mij sprak: Wat zijn deze, mijn Heere? En de Engel antwoordde, en zeide tot mij: Deze zijn de vier winden des hemels, uitgaande van daar zij stonden voor den Heere der ganse aarde. Aan welken wagen de zwarte paarden zijn, die paarden gaan uit naar het Noorderland; en de witte gaan uit, dezelve achterna; en de hagelvlekkige gaan uit naar het Zuiderland. En die sterke paarden gingen uit, en zochten voort te gaan, om het land te doorwandelen; want Hij had gezegd: Gaat heen, doorwandelt het land. En zij doorwandelden het land. En Hij riep mij, en sprak tot mij, zeggende: Zie, deze, die uitgegaan zijn naar het Noorderland, hebben Mijn Geest doen rusten in het Noorderland.
Zacharia 6:1-8 Herziene Statenvertaling (HSV)
Opnieuw sloeg ik mijn ogen op en zag, en zie, vier wagens kwamen tevoorschijn tussen twee bergen, en die bergen waren bergen van koper. De eerste wagen had rode paarden, de tweede wagen zwarte paarden, de derde wagen witte paarden en de vierde wagen sterke, gevlekte paarden. Ik nam het woord en zei tegen de Engel Die met mij sprak: Wat betekenen deze wagens, mijn Heere? Daarop antwoordde de Engel en zei tegen mij: Dat zijn de vier winden van de hemel, die eropuit trekken van de plaats waar zij voor de Heere van heel de aarde hebben gestaan. Die de zwarte paarden hebben, trekken uit naar het land van het noorden; de witte paarden trekken uit, hen achterna, en de gevlekte trekken uit naar het land van het zuiden. En de sterke paarden trokken uit en wilden het land doorgaan, want Hij had gezegd: Ga, ga het land door. Toen gingen zij het land door. Vervolgens riep Hij mij en sprak tot mij: Zie, zij die zijn uitgetrokken naar het land van het noorden, hebben Mijn geest doen rusten in het land van het noorden.
Zacharia 6:1-8 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Wederom sloeg ik mijn ogen op, ik zag toe en zie, daar kwamen vier wagens naar voren tussen twee bergen. Die bergen nu waren van koper. Voor de eerste wagen stonden rode paarden, voor de tweede zwarte, voor de derde witte en voor de vierde gevlekte; sterke paarden. Ik nam het woord en vroeg de engel die met mij sprak: Wat betekent dit, mijn heer? De engel gaf mij ten antwoord: Deze gaan uit naar de vier windstreken des hemels, van hun standplaats bij de Here der ganse aarde. Die met de zwarte paarden gaat uit naar het Noorderland, de witte gaan uit, hen achterna, en de gevlekte gaan naar het Zuiderland. De sterke paarden kwamen opzetten; zij verlangden weg te gaan om de aarde te doorkruisen, en hij zeide: Gaat heen, doorkruist de aarde. Toen doorkruisten zij de aarde. Hierop riep hij mij toe en sprak tot mij: Zie, die uitgegaan zijn naar het Noorderland brengen mijn Geest in het Noorderland tot rust.
Zacharia 6:1-8 Het Boek (HTB)
Ik keek weer op en zag vier wagens die tussen twee bergen van koper uit kwamen. De eerste wagen werd getrokken door rode paarden, de tweede door zwarte, de derde door witte en voor de vierde waren gevlekte paarden gespannen. Het waren sterke paarden. ‘Wat betekent dit allemaal?’ vroeg ik de engel. Hij antwoordde: ‘Dit zijn de vier hemelse geesten die voor de Here van de hele aarde staan. Zij trekken eropuit om de hun opgedragen taak te volbrengen. De wagen met de zwarte paarden gaat naar het noorden, die met de witte paarden zal hem daarheen volgen en de gevlekte paarden gaan naar het zuiden.’ De sterke paarden stonden te trappelen van ongeduld om te vertrekken. Zij verlangden ernaar de hele aarde te verkennen en daarom zei de Here: ‘Goed, ga maar. Doorkruis de hele aarde.’ En zij vertrokken meteen. Toen liet de Here mij bij Zich komen en zei: ‘De paarden die naar het noorden gingen, hebben daar mijn oordeel voltrokken en mijn Geest tot rust gebracht.’
Zacharia 6:1-8 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Opnieuw zag ik iets komen. Ik zag vier strijdwagens van tussen twee bergen aankomen. Die bergen waren van koper. Voor de eerste wagen liepen rode paarden, voor de tweede zwarte, voor de derde witte en voor de vierde gevlekte paarden. Het waren allemaal sterke dieren. Ik vroeg aan de engel die met mij sprak: "Wat betekent dit, heer?" De engel antwoordde mij: "Deze paarden en wagens zijn de vier winden die bij de Heer van de hele aarde vandaan komen. De wagen met de zwarte paarden gaat naar het Noorderland. De wagen met de witte paarden gaat hen achterna naar het land dat ten westen daarvan ligt. De gevlekte paarden gaan naar het Zuiderland." De sterke paarden kwamen aandraven. Ze wachtten ongeduldig tot de Engel het teken zou geven dat ze mochten gaan. De Engel zei: "Ga, trek rond over de aarde." Ze gingen en trokken rond over de aarde. Toen riep de Engel naar mij: "Let op! De paarden en wagens die naar het Noorderland zijn gegaan, brengen daar mijn Geest tot rust. "