Titus 2:5-6
Titus 2:5-6 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Matig te zijn, kuis te zijn, het huis te bewaren, goed te zijn, haar eigen mannen onderdanig te zijn, opdat het Woord Gods niet gelasterd worde. Vermaan den jongen mannen insgelijks, dat zij matig zijn.
Titus 2:5-6 Herziene Statenvertaling (HSV)
bezonnen te zijn en kuis, te zorgen voor hun huishouden, goed te zijn, hun eigen mannen onderdanig te zijn, opdat het Woord van God niet gelasterd wordt. Spoor evenzo de jongere mannen aan bezonnen te zijn.
Titus 2:5-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
bezadigd, kuis, huishoudelijk, goed en aan haar man onderdanig te zijn, opdat het woord Gods niet gelasterd worde. Vermaan evenzo de jonge mannen bezadigd te zijn in alles
Titus 2:5-6 Het Boek (HTB)
verstandig en zuiver te zijn, het werk thuis goed te doen en behulpzaam voor hun eigen man, opdat het woord van God niet in opspraak komt. De jonge mannen moeten zich verstandig en ingetogen gedragen.
Titus 2:5-6 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
fatsoenlijk te zijn, het huishouden goed te doen en hun man liefdevol te dienen. Dan kunnen er geen slechte dingen van het woord van God gezegd worden. Moedig ook de jonge mannen aan om in alles verstandig en bescheiden te zijn.