Hooglied 6:1-3
Hooglied 6:1-3 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Waar is uw Liefste heengegaan, o gij schoonste onder de vrouwen? Waarheen heeft uw Liefste het aangezicht gewend, opdat wij Hem met u zoeken? Mijn Liefste is afgegaan in Zijn hof, tot de specerijbedden, om te weiden in de hoven, en om de leliën te verzamelen. Ik ben mijns Liefsten, en mijn Liefste is mijn, Die onder de leliën weidt.
Hooglied 6:1-3 Herziene Statenvertaling (HSV)
Waarheen is uw Liefste gegaan, o, allermooiste onder de vrouwen? Waarheen heeft uw Liefste Zich gewend, opdat wij Hem met u zoeken? Mijn Liefste is afgedaald naar Zijn tuin, naar de bedden met specerijen, om in de tuinen te weiden en lelies te verzamelen. Ik ben van mijn Liefste en mijn Liefste is van mij, Hij Die te midden van de lelies weidt.
Hooglied 6:1-3 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
– Waarheen is uw geliefde gegaan, o schoonste der vrouwen? Waarheen heeft uw geliefde zich gewend? Want wij willen hem met u zoeken. – Mijn geliefde is afgedaald naar zijn hof, naar de balsembedden, om zich te vermeien in de hoven, om leliën te plukken. Van mijn geliefde ben ik en van mij is mijn geliefde, die te midden der leliën weidt.
Hooglied 6:1-3 Het Boek (HTB)
Allermooiste onder de vrouwen, waar is uw liefste dan heengegaan? Weet u niet waar hij naartoe is? Wij willen best samen met u gaan zoeken. Mijn liefste is naar zijn tuin gegaan, hij geniet van de geurende kruiden en plukt er lelies voor zijn plezier. Ik ben van mijn liefste en mijn liefste behoort mij toe. Hij houdt ervan tussen de lelies te wandelen.
Hooglied 6:1-3 BasisBijbel (BB)
Meisjes: "Waar is je liefste nu heengegaan, mooiste van alle vrouwen? Waar is je liefste naartoe? We zullen je helpen hem te zoeken." Zij: "Mijn liefste is naar zijn tuin gegaan, naar de bloembedden met kruiden, om er te genieten en om lelies te plukken. Ik ben van mijn liefste en mijn liefste is van mij. Hij ligt tussen de lelies."