Hooglied 2:8-13
Hooglied 2:8-13 Herziene Statenvertaling (HSV)
De stem van mijn Liefste! Zie, daar komt Hij, springend over de bergen, huppelend over de heuvels. Mijn Liefste lijkt op een gazelle of het jong van een hert. Zie, Hij staat achter onze muur, kijkend door de vensters, speurend door de spijlen. Mijn Liefste antwoordt en zegt tegen mij: Sta op, Mijn vriendin, Mijn allermooiste, en kom! Want zie, de winter is voorbij. De regentijd is over, helemaal voorbijgegaan. De bloemen laten zich zien op het land, de zangtijd is aangebroken, het koeren van de tortelduif wordt in ons land gehoord. De vijgenboom brengt zijn jonge vruchten voort, de bloeiende wijnstokken geuren. Sta op, Mijn vriendin, en kom, Mijn allermooiste!
Hooglied 2:8-13 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Luister! Ik hoor mijn liefste roepen! Kijk, daar komt hij, Hij springt over de bergen, huppelt over de heuvels. Mijn liefste lijkt op een gazelle, of op een hertenjong. Kijk, nu staat hij achter onze muur. Hij kijkt stiekem door de ramen, gluurt tussen de tralies door. Mijn liefste wil me spreken. Hij zegt: 'Mijn schat, sta op, mooi meisje, en kom! Want de winter is voorbij, het regent niet meer. De bloemen bloeien en de vogeltjes zingen. Overal hoor je de tortelduiven koeren. Er zitten al vijgen in de vijgenboom. De wijnstruiken staan al in bloei en geuren heerlijk. Mijn schat, sta op, mooi meisje, en kom!
Hooglied 2:8-13 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Dat is de stem mijns Liefsten, ziet Hem, Hij komt, springende op de bergen, huppelende op de heuvelen! Mijn Liefste is gelijk een ree, of een welp der herten; ziet, Hij staat achter onzen muur, kijkende uit de vensteren, blinkende uit de traliën. Mijn Liefste antwoordt, en zegt tot mij: Sta op, Mijn vriendin, Mijn schone, en kom! Want zie, de winter is voorbij, de plasregen is over, hij is overgegaan; De bloemen worden gezien in het land, de zangtijd genaakt, en de stem der tortelduif wordt gehoord in ons land. De vijgeboom brengt zijn jonge vijgjes voort, en de wijnstokken geven reuk met hun jonge druifjes. Sta op, Mijn vriendin! Mijn schone, en kom!
Hooglied 2:8-13 Herziene Statenvertaling (HSV)
De stem van mijn Liefste! Zie, daar komt Hij, springend over de bergen, huppelend over de heuvels. Mijn Liefste lijkt op een gazelle of het jong van een hert. Zie, Hij staat achter onze muur, kijkend door de vensters, speurend door de spijlen. Mijn Liefste antwoordt en zegt tegen mij: Sta op, Mijn vriendin, Mijn allermooiste, en kom! Want zie, de winter is voorbij. De regentijd is over, helemaal voorbijgegaan. De bloemen laten zich zien op het land, de zangtijd is aangebroken, het koeren van de tortelduif wordt in ons land gehoord. De vijgenboom brengt zijn jonge vruchten voort, de bloeiende wijnstokken geuren. Sta op, Mijn vriendin, en kom, Mijn allermooiste!
Hooglied 2:8-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Hoor – mijn geliefde! Zie, daar komt hij, springend over de bergen, huppelend over de heuvelen. Mijn geliefde is als een gazel of het jong van een hert. Zie, hij staat achter onze muur, kijkend door de vensters, spiedend door de traliën. Mijn geliefde gaat tot mij spreken: Sta toch op, mijn liefste, mijn schone, en kom. Want zie, de winter is voorbij, de regen is over, verdwenen. De bloemen vertonen zich op het veld, de zangtijd is aangebroken, en ’t gekir van de tortel wordt gehoord in ons land. De vijgeboom laat zijn vroege vrucht zwellen, en de wijnstokken in bloei geven geur. Sta op, kom, mijn liefste, mijn schone, kom!
Hooglied 2:8-13 Het Boek (HTB)
Luister! Daar komt mijn liefste. Hij springt door de bergen en komt huppelend over de heuvels aan. Mijn liefste loopt als een gazel of een hertenjong. Kijk, nu staat hij achter de muur van ons huis en kijkt door de ramen. Hij spreekt tegen mij: sta nu op, mijn allerliefste. Jij bent voor mij de mooiste. Kom, ga met me mee. Kijk maar, de winter is voorbij en ook de regentijd is over. De bloemen ontluiken op de velden. Nu is de tijd om te zingen aangebroken. Overal hoor je het koeren van de tortelduiven. De eerste vijgen rijpen aan de bomen en de bloeiende druivenstruiken geuren. Sta op, mijn allerliefste. Je bent zo mooi, kom met me mee.
Hooglied 2:8-13 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Luister! Ik hoor mijn liefste roepen! Kijk, daar komt hij, Hij springt over de bergen, huppelt over de heuvels. Mijn liefste lijkt op een gazelle, of op een hertenjong. Kijk, nu staat hij achter onze muur. Hij kijkt stiekem door de ramen, gluurt tussen de tralies door. Mijn liefste wil me spreken. Hij zegt: 'Mijn schat, sta op, mooi meisje, en kom! Want de winter is voorbij, het regent niet meer. De bloemen bloeien en de vogeltjes zingen. Overal hoor je de tortelduiven koeren. Er zitten al vijgen in de vijgenboom. De wijnstruiken staan al in bloei en geuren heerlijk. Mijn schat, sta op, mooi meisje, en kom!