Ruth 3:6-10
Ruth 3:6-10 Het Boek (HTB)
Die avond ging zij naar de dorsvloer en deed precies wat haar schoonmoeder had gezegd. Toen Boaz klaar was met eten, ging hij tevreden liggen slapen naast een korenhoop. Zachtjes sloop Ruth naar hem toe, lichtte de deken van zijn voeten op en ging daar liggen. Rond middernacht schrok Boaz plotseling wakker. Hij draaide zich om en zag een vrouw aan zijn voeten liggen! ‘Wie ben je?’ vroeg hij. ‘Ik ben het, meneer, Ruth,’ antwoordde ze. ‘Wilt u met mij trouwen? U bent immers onze naaste bloedverwant.’ ‘De HERE zal je zegenen,’ riep hij uit. ‘Hiermee toon je nog meer trouw dan je voorheen al aan je overleden man getoond hebt. Je hebt niet omgekeken naar jongere mannen, of ze nu arm waren of rijk.
Ruth 3:6-10 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Daarop daalde zij af naar de dorsvloer en zij deed naar alles wat haar schoonmoeder haar geboden had. Toen nu Boaz gegeten en gedronken had en zijn hart vrolijk was, kwam hij om zich neer te leggen aan het uiteinde van de korenhoop. Daarop kwam zij stil nader, sloeg zijn voetendek op en legde zich neer. Het gebeurde nu te middernacht, dat de man wakker schrok en om zich heen greep en zie, daar lag een vrouw aan zijn voeteneind. En hij vroeg: Wie zijt gij? Zij antwoordde: Ik ben Ruth, uw dienstmaagd: spreid uw vleugel uit over uw dienstmaagd, want gij zijt de losser. Toen zeide hij: Gezegend moogt gij zijn door de HERE, mijn dochter, gij hebt met uw laatste liefdedaad de eerste nog overtroffen, doordat gij geen jonge mannen nagelopen zijt, hetzij arm of rijk.
Ruth 3:6-10 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Ze ging naar de dorsvloer en deed wat haar schoonmoeder tegen haar gezegd had. Boaz had heerlijk gegeten en gedronken. Daarna ging hij tegen een hoop graan liggen slapen. Zachtjes kwam Ruth dichterbij. Ze kroop bij zijn voeten onder zijn deken. Midden in de nacht schrok de man wakker. Hij merkte dat er een vrouw bij zijn voeten lag. Hij vroeg: "Wie ben je?" Ze antwoordde: "Ruth, heer. Wees mijn beschermer, want u bent familie van ons. U moet voor ons zorgen nu onze mannen niet meer leven." Toen zei hij: "De Heer zal goed voor je zijn. Want hiermee laat je zien hoe trouw je bent aan Naomi. Je laat het hiermee nog meer zien dan toen je met haar meekwam hierheen. Want je bent geen jonge mannen achterna gelopen, of ze nu arm of rijk waren.
Ruth 3:6-10 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Alzo ging zij af naar den dorsvloer, en deed naar alles, wat haar schoonmoeder haar geboden had. Als nu Boaz gegeten en gedronken had, en zijn hart vrolijk was, zo kwam hij om neder te liggen aan het uiterste van een korenhoop. Daarna kwam zij stilletjes in, en sloeg zijn voetdeksel op, en legde zich. En het geschiedde te middernacht, dat die man verschrikte, en om zich greep; en ziet, een vrouw lag aan zijn voetdeksel. En hij zeide: Wie zijt gij? En zij zeide: Ik ben Ruth, uw dienstmaagd, breid dan uw vleugel uit over uw dienstmaagd, want gij zijt de losser. En hij zeide: Gezegend zijt gij den HEERE, mijn dochter! Gij hebt deze uw laatste weldadigheid beter gemaakt dan de eerste, dewijl gij geen jonge gezellen zijt nagegaan, hetzij arm of rijk.
Ruth 3:6-10 Herziene Statenvertaling (HSV)
Daarop ging zij naar de dorsvloer en deed overeenkomstig alles wat haar schoonmoeder haar geboden had. Toen Boaz gegeten en gedronken had en zijn hart vrolijk was, kwam hij en ging liggen aan de rand van de korenhoop. Daarna kwam zij stilletjes, sloeg de deken aan zijn voeteneind op en ging liggen. En het gebeurde midden in de nacht dat de man schrok en om zich heen greep. En zie, er lag een vrouw aan zijn voeteneind. En hij zei: Wie bent u? En zij zei: Ik ben Ruth, uw dienares. Spreid uw vleugel over uw dienares uit, want u bent de losser. En hij zei: Gezegend bent u door de HEERE, mijn dochter! U hebt met deze laatste blijk van goedertierenheid van u de eerste nog overtroffen, doordat u geen jongemannen nagelopen bent, geen arme en geen rijke.
Ruth 3:6-10 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Daarop daalde zij af naar de dorsvloer en zij deed naar alles wat haar schoonmoeder haar geboden had. Toen nu Boaz gegeten en gedronken had en zijn hart vrolijk was, kwam hij om zich neer te leggen aan het uiteinde van de korenhoop. Daarop kwam zij stil nader, sloeg zijn voetendek op en legde zich neer. Het gebeurde nu te middernacht, dat de man wakker schrok en om zich heen greep en zie, daar lag een vrouw aan zijn voeteneind. En hij vroeg: Wie zijt gij? Zij antwoordde: Ik ben Ruth, uw dienstmaagd: spreid uw vleugel uit over uw dienstmaagd, want gij zijt de losser. Toen zeide hij: Gezegend moogt gij zijn door de HERE, mijn dochter, gij hebt met uw laatste liefdedaad de eerste nog overtroffen, doordat gij geen jonge mannen nagelopen zijt, hetzij arm of rijk.
Ruth 3:6-10 Het Boek (HTB)
Die avond ging zij naar de dorsvloer en deed precies wat haar schoonmoeder had gezegd. Toen Boaz klaar was met eten, ging hij tevreden liggen slapen naast een korenhoop. Zachtjes sloop Ruth naar hem toe, lichtte de deken van zijn voeten op en ging daar liggen. Rond middernacht schrok Boaz plotseling wakker. Hij draaide zich om en zag een vrouw aan zijn voeten liggen! ‘Wie ben je?’ vroeg hij. ‘Ik ben het, meneer, Ruth,’ antwoordde ze. ‘Wilt u met mij trouwen? U bent immers onze naaste bloedverwant.’ ‘De HERE zal je zegenen,’ riep hij uit. ‘Hiermee toon je nog meer trouw dan je voorheen al aan je overleden man getoond hebt. Je hebt niet omgekeken naar jongere mannen, of ze nu arm waren of rijk.
Ruth 3:6-10 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Ze ging naar de dorsvloer en deed wat haar schoonmoeder tegen haar gezegd had. Boaz had heerlijk gegeten en gedronken. Daarna ging hij tegen een hoop graan liggen slapen. Zachtjes kwam Ruth dichterbij. Ze kroop bij zijn voeten onder zijn deken. Midden in de nacht schrok de man wakker. Hij merkte dat er een vrouw bij zijn voeten lag. Hij vroeg: "Wie ben je?" Ze antwoordde: "Ruth, heer. Wees mijn beschermer, want u bent familie van ons. U moet voor ons zorgen nu onze mannen niet meer leven." Toen zei hij: "De Heer zal goed voor je zijn. Want hiermee laat je zien hoe trouw je bent aan Naomi. Je laat het hiermee nog meer zien dan toen je met haar meekwam hierheen. Want je bent geen jonge mannen achterna gelopen, of ze nu arm of rijk waren.