Ruth 2:14-17
Ruth 2:14-17 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Als het nu etenstijd was, zeide Boaz tot haar: Kom hier bij, en eet van het brood, en doop uw bete in den azijn. Zo zat zij neder aan de zijde van de maaiers, en hij langde haar geroost koren, en zij at, en werd verzadigd, en hield over. Als zij nu opstond, om op te lezen, zo gebood Boaz zijn jongens, zeggende: Laat haar ook tussen de garven oplezen, en beschaamt haar niet. Ja, laat ook allengskens van de handvollen voor haar wat vallen, en laat het liggen, dat zij het opleze, en bestraft haar niet. Alzo las zij op in dat veld, tot aan den avond; en zij sloeg uit, wat zij opgelezen had, en het was omtrent een efa gerst.
Ruth 2:14-17 Herziene Statenvertaling (HSV)
Toen het etenstijd was, zei Boaz tegen haar: Kom er hier bij en eet van het brood en doop uw stukje brood in de zure wijn. Zo zat zij neer naast de maaiers, en hij reikte haar geroosterd koren aan. En zij at en werd verzadigd en hield nog over. Toen zij opstond om weer aren te gaan rapen, gebood Boaz zijn knechten: Laat haar ook tussen de schoven rapen en val haar niet lastig. Ja, laat ook opzettelijk voor haar wat vallen uit de bundels aren en laat het liggen, zodat zij het op kan rapen, en bestraf haar niet. Zo raapte zij aren op de akker tot de avond. En wat zij geraapt had, klopte ze uit. Het was ongeveer een efa gerst.
Ruth 2:14-17 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Toen het nu etenstijd was, zeide Boaz tot haar: Kom hierheen en eet van het brood en doop uw bete in de azijn. En zij ging zitten naast de maaiers, en hij reikte haar geroost koren toe; zij at en werd verzadigd en hield over. Toen zij was opgestaan om op te lezen, beval Boaz zijn knechten aldus: Ook tussen de schoven mag zij oplezen en maakt haar niet beschaamd; veeleer moet gij opzettelijk iets voor haar uit de bundels trekken en het laten liggen, opdat zij het opleze; vaart niet ruw tegen haar uit. En zij las op in het veld tot de avond; en zij klopte uit wat zij opgelezen had, en het was ongeveer een efa gerst.
Ruth 2:14-17 Het Boek (HTB)
Tegen etenstijd riep Boaz haar: ‘Kom, eet met ons mee, er is brood genoeg.’ Zij ging bij de maaiers zitten en at het geroosterde koren dat hij haar gaf. Zij kreeg meer dan ze opkon! Toen Ruth weer aan het werk ging, zei Boaz tegen zijn knechten: ‘Zij mag ook tussen de korenschoven aren verzamelen, laat haar haar gang maar gaan. Trek ook zo nu en dan wat aren uit de schoven en laat die vallen, zodat zij die kan oprapen. Laat haar ongestoord haar gang gaan.’ Zo werkte zij daar de hele dag. Toen zij ʼs avonds de aren uitklopte, bleek zij tweeëntwintig liter gerst te hebben!
Ruth 2:14-17 BasisBijbel (BB)
Toen het etenstijd was, zei Boaz tegen haar: "Kom bij ons zitten en eet met ons mee. Je mag je brood bij ons in de wijn dopen." Ze ging bij de maaiers zitten en kreeg van Boaz geroosterd graan. Ze kon eten tot ze genoeg had en hield zelfs nog over. Toen ze was opgestaan om verder te werken, zei Boaz tegen de knechten: "Laat haar ook graan verzamelen tussen het koren dat jullie al in bossen gebonden hebben. Zorg dat ze genoeg vindt. Laat bij het werk af en toe expres wat voor haar op de grond vallen. Dan kan ze dat oprapen. En laat haar met rust." Zo verzamelde ze graan tot het avond werd. Toen ze het graan uit de halmen had geklopt, bleek dat ze wel een efa (30 kilo) gerst had verzameld.