Ruth 1:19-21
Ruth 1:19-21 Herziene Statenvertaling (HSV)
Zo gingen zij samen verder, tot zij in Bethlehem kwamen. En het gebeurde, toen zij Bethlehem binnenkwamen, dat de hele stad over hen in rep en roer raakte, en de vrouwen zeiden: Is dit Naomi? Maar zij zei tegen hen: Noem mij niet Naomi, noem mij Mara, want de Almachtige heeft mij grote bitterheid aangedaan. Ík ging vol weg, maar de HEERE heeft mij leeg laten terugkeren. Waarom zou u mij Naomi noemen, nu de HEERE tegen mij getuigd heeft en de Almachtige mij kwaad gedaan heeft?
Ruth 1:19-21 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Alzo gingen die beiden, totdat zij te Bethlehem inkwamen; en het geschiedde, als zij te Bethlehem inkwamen, dat de ganse stad over haar beroerd werd, en zij zeiden: Is dit Naomi? Maar zij zeide tot henlieden: Noemt mij niet Naomi, noemt mij Mara; want de Almachtige heeft mij grote bitterheid aangedaan. Vol toog ik weg, maar ledig heeft mij de HEERE doen wederkeren; waarom zoudt gij mij Naomi noemen, daar de HEERE tegen mij getuigt, en de Almachtige mij kwaad aangedaan heeft?
Ruth 1:19-21 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En zij gingen beiden voort, totdat zij te Betlehem kwamen. Toen zij Betlehem binnenkwamen, geraakte de gehele stad over haar in opschudding, en de vrouwen zeiden: Is dat Noömi? Maar zij zeide tot haar: Noemt mij niet Noömi; noemt mij Mara, want de Almachtige heeft mij veel bitterheid aangedaan. Vol ben ik heengegaan, maar leeg heeft mij de HERE doen terugkeren. Waarom zoudt gij mij Noömi noemen, daar de HERE tegen mij heeft getuigd en de Almachtige mij kwaad heeft aangedaan?
Ruth 1:19-21 Het Boek (HTB)
Zo kwamen zij samen in Bethlehem, waar de hele stad in rep en roer raakte. ‘Is dat werkelijk Naomi?’ vroegen de inwoners. Maar Naomi antwoordde: ‘Noem mij geen Naomi (Aangenaam) meer. Noem mij Mara (Bitter). Want de Almachtige God heeft mijn leven bitter gemaakt. Rijk ben ik weggegaan, maar arm heeft de HERE mij laten terugkeren. Waarom zouden jullie mij Naomi noemen, terwijl de HERE tegen mij is geweest en mij zoveel ellende heeft aangedaan?’
Ruth 1:19-21 BasisBijbel (BB)
Samen reisden ze verder naar Betlehem. Toen ze Betlehem binnen kwamen, raakte de hele plaats in rep en roer. De vrouwen zeiden: "Hé, dat is toch Naomi?" Maar Naomi zei tegen hen: "Noem mij maar geen Naomi (= 'mooi en vriendelijk') meer. Noem mij voortaan maar Mara (= 'bitter'). Want de Almachtige God heeft mijn leven bitter gemaakt. Toen ik vertrok, had ik alles. Maar met lege handen heeft de Heer mij teruggebracht. Waarom zouden jullie mij Naomi noemen? Want de Heer is tégen mij. De Almachtige God heeft mijn leven bitter gemaakt."