Romeinen 9:20-23
Romeinen 9:20-23 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Maar gij, o mens! wie zijt gij, dat gij God zoudt tegenspreken? Zal het geboetseerde soms tot zijn boetseerder zeggen: Waarom hebt gij mij zo gemaakt? Of heeft de pottebakker niet de vrije beschikking over het leem om uit dezelfde klomp het ene voorwerp te vervaardigen tot eervol, het andere tot alledaags gebruik? En als God nu, zijn toorn willende tonen en zijn kracht bekend maken, de voorwerpen des toorns, die ten verderve toebereid waren, met veel lankmoedigheid verdragen heeft – juist om de rijkdom zijner heerlijkheid bekend te maken over de voorwerpen van ontferming, die Hij tot heerlijkheid heeft voorbereid?
Romeinen 9:20-23 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Maar toch, o mens, wie zijt gij, die tegen God antwoordt? Zal ook het maaksel tot dengenen, die het gemaakt heeft, zeggen: Waarom hebt gij mij alzo gemaakt? Of heeft de pottenbakker geen macht over het leem, om uit denzelfden klomp te maken, het ene vat ter ere, en het andere ter onere? En of God, willende Zijn toorn bewijzen, en Zijn macht bekend maken, met vele lankmoedigheid verdragen heeft de vaten des toorns, tot het verderf toebereid; En opdat Hij zou bekend maken den rijkdom Zijner heerlijkheid over de vaten der barmhartigheid, die Hij te voren bereid heeft tot heerlijkheid?
Romeinen 9:20-23 Herziene Statenvertaling (HSV)
Maar, o mens, wie bent u toch dat u God tegenspreekt? Zal ook het maaksel tegen hem die het gemaakt heeft, zeggen: Waarom hebt u mij zó gemaakt? Of heeft de pottenbakker geen macht over het leem, om uit dezelfde klomp klei het ene voorwerp tot een eervol, het andere tot een oneervol voorwerp te maken? En is het niet zo dat God, omdat Hij Zijn toorn wilde bewijzen en Zijn macht bekendmaken, met veel geduld de voorwerpen van Zijn toorn, voor het verderf gereedgemaakt, verdragen heeft? En dat met het doel om de rijkdom van Zijn heerlijkheid bekend te maken over de voorwerpen van Zijn ontferming, die Hij van tevoren bereid heeft tot heerlijkheid?
Romeinen 9:20-23 Het Boek (HTB)
Maar hoe zou een mens zo tegen God durven te spreken? Het maaksel zegt toch ook niet tegen zijn maker: ‘Waarom hebt u mij zo gemaakt?’ Een pottenbakker mag met een stuk klei doen wat hij wil. Hij maakt er een mooie, kostbare vaas van of een gewone pot. Welnu, God wil uiting geven aan zijn toorn en Hij wil laten zien hoe groot zijn kracht is. Daarom heeft Hij lang geduld gehad met de mensen die straf verdienden en de ondergang tegemoet gingen. Waar het Hem om gaat, is dat zijn buitengewone grootheid gezien wordt door de mensen, met wie Hij het goed voor heeft. Hij heeft hen lang van te voren aangewezen en nu ook geroepen.
Romeinen 9:20-23 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Maar dan zeg ik: wie denk jij dat je bent, dat je God ongehoorzaam dúrft te zijn [ zoals de farao ]? Zal het voorwerp dat door de pottenbakker van de klei is gemaakt soms tegen de pottenbakker zeggen: "Waarom heb je me zó gemaakt?" De pottenbakker mag toch zelf beslissen wat hij van de klei maakt? Hij mag toch uit één klomp klei iets heel bijzonders én iets heel gewoons maken? [ Zo is het ook met God. ] Hij wil laten zien hoe machtig Hij is en dat Hij straft. Daarom zal Hij de mensen die Hij dáárvoor heeft gemaakt, eerst met veel geduld verdragen. En Hij laat zien hoe geweldig goed Hij is aan de mensen die Hij dáárvoor heeft gemaakt en voor wie Hij goed wil zijn.