Romeinen 7:19-25
Romeinen 7:19-25 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik. Indien ik hetgene doe, dat ik niet wil, zo doe ik nu hetzelve niet meer, maar de zonde, die in mij woont. Zo vind ik dan deze wet in mij: als ik het goede wil doen, dat het kwade mij bijligt. Want ik heb een vermaak in de wet Gods, naar den inwendigen mens; Maar ik zie een andere wet in mijn leden, welke strijdt tegen de wet mijns gemoeds, en mij gevangen neemt onder de wet der zonde, die in mijn leden is. Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? Ik dank God, door Jezus Christus, onzen Heere.
Romeinen 7:19-25 Herziene Statenvertaling (HSV)
Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik. Als ik nu dat doe wat ik niet wil, breng ík dat niet meer teweeg, maar de zonde die in mij woont. Ik ontdek dus deze wet in mij: dat, als ik het goede wil doen, het kwade dicht bij mij ligt. Want naar de innerlijke mens verheug ik mij in de wet van God. Maar in mijn leden zie ik een andere wet, die tegen de wet van mijn verstand strijd voert en mij tot gevangene maakt van de wet van de zonde, die in mijn leden is. Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam van deze dood? Ik dank God, door Jezus Christus, onze Heere.
Romeinen 7:19-25 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Want niet wat ik wens, het goede, doe ik, maar wat ik niet wens, het kwade, dát doe ik. Indien ik nu datgene doe, wat ik niet wens, dan bewerk ík het niet meer, maar de zonde, die in mij woont. Zo vind ik dan deze regel: als ik het goede wens te doen, is het kwade bij mij aanwezig; want naar de inwendige mens verlustig ik mij in de wet Gods, maar in mijn leden zie ik een andere wet, die strijd voert tegen de wet van mijn verstand en mij tot krijgsgevangene maakt van de wet der zonde, die in mijn leden is. Ik, ellendig mens! Wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? Gode zij dank door Jezus Christus, onze Here!
Romeinen 7:19-25 Het Boek (HTB)
Hoewel ik het goede wil, doe ik het niet. In plaats daarvan doe ik het slechte en dat wil ik nu juist niet. Als ik doe wat ik niet wil, doe ik dat eigenlijk niet zelf, maar de zonde in mij. Zo ervaar ik steeds weer: als ik het goede wil doen, kan ik het niet laten het slechte te doen. In mijn diepste wezen wil ik heel graag doen wat Gods wet van mij vraagt. Maar ik zie dat mijn doen en laten daarmee volledig in tegenspraak is. Wat mijn verstand wil en mijn lichaam doet, is altijd in strijd met elkaar. De zonde leeft in mijn lichaam. Wat ben ik er ellendig aan toe! Wie zal mij verlossen uit deze vreselijke macht van de dood? Ik dank God dat er een uitweg is door Jezus Christus, onze Here! Om kort te gaan: ik sta met mijn verstand wel achter de wet van God, maar ben in mijn dagelijks leven onderworpen aan de wet van de zonde.
Romeinen 7:19-25 BasisBijbel (BB)
Want ik doe niet het goede dat ik zou wíllen doen, maar ik doe juist het slechte dat ik níet wil doen. Als ik nu juist doe wat ik níet wil, dan komt dat niet door mijzelf, maar door het kwaad dat in mij zit. En zo gaat het altijd: als ik het goede wil doen, zorgt het kwaad in mij ervoor dat ik het slechte doe. Want met mijn geest en mijn verstand wil ik graag doen wat de wet van God vraagt. Maar mijn 'ik' strijdt tegen mijn verstand en wil andere dingen doen. Zo word ik een gevangene van het kwaad dat in mij zit. Wat een vreselijke toestand! Wie kan mij bevrijden van dit 'ik' waar het kwaad in woont dat mij doodt? Prijs God: Jezus Christus!