Romeinen 6:8-14
Romeinen 6:8-14 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Indien wij nu met Christus gestorven zijn, zo geloven wij, dat wij ook met Hem zullen leven; Wetende, dat Christus, opgewekt zijnde uit de doden, niet meer sterft; de dood heerst niet meer over Hem. Want dat Hij gestorven is, dat is Hij der zonde eenmaal gestorven; en dat Hij leeft, dat leeft Hij Gode. Alzo ook gijlieden, houdt het daarvoor dat gij wel der zonde dood zijt, maar Gode levende zijt in Christus Jezus, onzen Heere. Dat dan de zonde niet heerse in uw sterfelijk lichaam, om haar te gehoorzamen in de begeerlijkheden deszelven lichaams. En stelt uwe leden niet der zonde tot wapenen der ongerechtigheid; maar stelt uzelven Gode, als uit de doden levende geworden zijnde, en stelt uw leden Gode tot wapenen der gerechtigheid. Want de zonde zal over u niet heersen; want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade.
Romeinen 6:8-14 Herziene Statenvertaling (HSV)
Als wij nu met Christus gestorven zijn, geloven wij dat wij ook met Hem zullen leven. Wij weten toch dat Christus, nu Hij is opgewekt uit de doden, niet meer sterft. De dood heerst niet meer over Hem. Want wat Zijn sterven betreft, is Hij eens en voor altijd voor de zonde gestorven, en wat Zijn leven betreft, leeft Hij voor God. Zo dient ook u uzelf te rekenen als dood voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus, onze Heere. Laat de zonde dan niet in uw sterfelijk lichaam regeren om aan de begeerten daarvan te gehoorzamen. En stel uw leden niet ter beschikking aan de zonde als wapens van ongerechtigheid, maar stel uzelf ter beschikking aan God, als mensen die uit de doden levend geworden zijn. En laat uw leden wapens van gerechtigheid zijn voor God. Want de zonde zal over u niet heersen. U bent namelijk niet onder de wet, maar onder de genade.
Romeinen 6:8-14 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Indien wij dan met Christus gestorven zijn, geloven wij, dat wij ook met Hem zullen leven, daar wij weten, dat Christus, nu Hij uit de doden is opgewekt, niet meer sterft: de dood voert geen heerschappij meer over Hem. Want wat zijn dood betreft, is Hij voor de zonde eens voor altijd gestorven; wat zijn leven betreft, leeft Hij voor God. Zo moet het ook voor u vaststaan, dat gij wèl dood zijt voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus. Laat dan de zonde niet langer als koning heersen in uw sterfelijk lichaam, zodat gij aan zijn begeerten zoudt gehoorzamen, en stelt uw leden niet langer als wapenen der ongerechtigheid ten dienste van de zonde, maar stelt u ten dienste van God, als mensen, die dood zijn geweest, maar thans leven, en stelt uw leden als wapenen der gerechtigheid ten dienste van God. Immers, de zonde zal over u geen heerschappij voeren, want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade.
Romeinen 6:8-14 Het Boek (HTB)
Als wij met Christus gestorven zijn, geloven wij dat we ook met Hem zullen leven. Wij zijn er zeker van dat Christus, nu Hij uit de dood is opgestaan, niet meer zal sterven. De dood heeft geen macht meer over Hem. Door zijn sterven heeft Hij de macht van de zonde eens en voor altijd gebroken. Zijn leven is een leven voor God. Beschouw uzelf daarom als dood voor de zonde. Omdat u één bent met Christus Jezus, leeft u nu voor God. Laat de zonde dan niet meer heersen in uw sterfelijk lichaam. Wees geen slaaf meer van uw slechte begeerten. Stel geen enkel deel van uw lichaam ter beschikking van de zonde, als iets waarmee slechte dingen worden gedaan. Nee, maak van uzelf een werktuig voor God, omdat u met Christus gestorven bent, om nu met Hem te leven. U bent immers dood geweest en weer levend geworden. Laat God dan ieder deel van uw lichaam kunnen gebruiken om goed te doen. Het is uit met de macht van de zonde over uw leven. U valt niet meer onder de wet die gehoorzaamheid eist, maar onder de genade van God.
Romeinen 6:8-14 BasisBijbel (BB)
We zijn dus samen met Christus gestorven. Daarom geloven we dat we ook samen met Hem zullen blijven leven. Want we weten dat Christus, nu Hij uit de dood is opgestaan, niet meer zal sterven. De dood heeft geen macht meer over Hem. Want doordat Hij gestorven is, heeft het kwaad geen enkele macht over Hem. En het leven dat Hij leeft, leeft Hij voor God. Ik wil dat het voor jullie duidelijk is, dat ook jullie dood zijn. En dat het kwaad daardoor geen macht meer over jullie heeft. En doordat jullie één geheel zijn met Jezus Christus, leven ook jullie alleen voor God. Laat het kwaad dus niet langer als een koning over je heersen. Wees er geen slaaf meer van. Laat je niet langer door het kwaad gebruiken voor het doen van slechte dingen. Maar laat je door God gebruiken voor het doen van goede dingen, als mensen die eerst dood waren, maar die nu levend zijn. Het kwaad mag niet meer over jullie heersen. Want nu heerst niet meer de wet van Mozes over jullie, maar de liefdevolle goedheid van God.