Romeinen 4:16-25

Romeinen 4:16-25 Het Boek (HTB)

Wat God ons door zijn genade wil geven, wordt alleen ons eigendom als wij in Hem geloven. En Gods belofte aan al Abrahams nakomelingen is vast en zeker. Zij geldt niet alleen voor hen die volgens Gods wet leven, maar ook voor hen die, net als Abraham, alleen op God vertrouwen. Want als het om geloof gaat, is Abraham de vader van ons allemaal. In de Boeken staat immers dat God tegen hem zei: ‘U zult de vader zijn van vele volken.’ En hij is dat voor God, op wie hij vertrouwde, die de doden levend maakt en door zijn woord doet ontstaan wat niet bestond. Hoewel alle hoop vervlogen was, bleef Abraham verwachten en geloven dat hij de stamvader van vele volken zou worden, want God had het gezegd! Hij besefte maar al te goed dat hij op honderdjarige leeftijd te oud was om nog een kind te verwekken. En zijn vrouw Sara was ook al veel te oud om nog een kind te krijgen. Toch werd zijn vertrouwen daardoor niet minder. Hij ging niet twijfelen. Integendeel! Hij hield zich vast aan de belofte van God. Zijn vertrouwen bleef sterk en hij gaf God alle eer. Hij was er absoluut van overtuigd dat God in staat was te doen wat Hij beloofd had. Daarom verklaarde God hem rechtvaardig. Dat ‘rechtvaardig verklaard worden’ heeft niet alleen betrekking op Abraham. Het is ook geschreven met het oog op ons. Wij worden immers ook rechtvaardig verklaard, want wij vertrouwen op God, die onze Here Jezus uit de dood heeft laten terugkomen. Hij heeft Jezus voor onze zonden laten sterven en Hem uit de dood laten terugkomen om ons rechtvaardig te verklaren.

Romeinen 4:16-25 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)

Dus alleen door geloof in God kunnen we alles ontvangen wat Hij heeft beloofd. Want we ontvangen dat allemaal alleen omdat God zo liefdevol en vriendelijk is[ , en niet omdat wij zo goed zijn ]. Daarom is de belofte voor iedereen. Hij is niet alleen voor de mensen die de wet [ van Mozes ] hebben gekregen. Hij is ook voor alle mensen die hetzelfde geloof als Abraham hebben [ zonder dat ze de wet van Mozes hebben ]. Zo is Abraham de voorvader van alle mensen die in God geloven. Dat staat ook in de Boeken: "Ik maak van jou een vader van heel veel volken." De God in wie hij geloofde, noemde hem een 'vader van heel veel volken'. Hij is de God die de doden levend maakt. En Hij is de God die over de dingen die er nog niet zijn, spreekt alsof ze er al wél zijn. Abraham zag er heel lang niets van dat hij een vader van heel veel volken zou worden. Maar toch is hij het blijven geloven. Hij bleef geloven dat God zou doen wat Hij had beloofd toen Hij zei: "Je zal een heel grote familie worden." Hij zag wel dat hij al te oud was geworden om nog kinderen te kunnen krijgen. Want hij was al ongeveer 100 jaar. En ook had hij gezien dat Sara al te oud was om nog kinderen te kunnen krijgen. Maar toch geloofde hij God. Hij is niet, door ongeloof, gaan twijfelen aan wat God hem had beloofd. Nee, zijn geloof werd juist steeds sterker. En hij prees God voor zijn belofte. Want hij wist zéker dat God zou kunnen doen wat Hij had beloofd. En daarom was God blij met hem en zei dat Abraham leefde zoals Hij het wil. Hij sprak hem vrij van schuld. Maar dat werd niet alleen voor hém opgeschreven. Het werd ook voor óns opgeschreven. God kan ook óns vrijspreken van schuld. Ook wij kunnen leven zoals God het wil. Namelijk als we geloven in Hem die Jezus, onze Heer, uit de dood heeft teruggeroepen en weer levend heeft gemaakt. Jezus werd gedood voor onze ongehoorzaamheid aan God. Daarna maakte God Hem weer levend. Zo kon Hij ook met óns blij zijn en zeggen dat we leven zoals Hij het wil. Zo spreekt Hij ook óns vrij van schuld.