Romeinen 4:11-13
Romeinen 4:11-13 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En hij heeft het teken der besnijdenis ontvangen tot een zegel der rechtvaardigheid des geloofs, die hem in de voorhuid was toegerekend; opdat hij zou zijn een vader van allen, die geloven in de voorhuid zijnde, ten einde ook hun de rechtvaardigheid toegerekend worde; En een vader der besnijdenis, dengenen namelijk, die niet alleen uit de besnijdenis zijn, maar die ook wandelen in de voetstappen des geloofs van onzen vader Abraham, hetwelk in de voorhuid was. Want de belofte is niet door de wet aan Abraham of zijn zaad geschied, namelijk, dat hij een erfgenaam der wereld zou zijn, maar door de rechtvaardigheid des geloofs.
Romeinen 4:11-13 Herziene Statenvertaling (HSV)
En hij heeft het teken van de besnijdenis ontvangen als een zegel van de gerechtigheid van het geloof dat hij had toen hij nog onbesneden was, opdat hij een vader zou zijn van allen die geloven, hoewel zij onbesneden zijn, opdat ook hun de gerechtigheid toegerekend zou worden; en om een vader te zijn van hen die besneden zijn, voor hen namelijk die niet alleen besneden zijn, maar die ook wandelen in de voetsporen van het geloof van onze vader Abraham dat hij had toen hij nog onbesneden was. Want niet door de wet is de belofte aan Abraham of zijn nageslacht gedaan dat hij een erfgenaam van de wereld zou zijn, maar door de gerechtigheid van het geloof.
Romeinen 4:11-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En het teken der besnijdenis ontving hij als het zegel der gerechtigheid van dat geloof, dat hij in zijn onbesneden staat bezat. Zo kon hij een vader zijn van alle onbesneden gelovigen, opdat hun [de] gerechtigheid zou worden toegerekend, en een vader van de besnedenen, voor hen namelijk, die niet alleen uit de besnijdenis zijn, maar die ook treden in het voetspoor van het geloof, dat onze vader Abraham in zijn onbesneden staat bezat. Want niet door de wet had Abraham of zijn nageslacht de belofte, dat hij een erfgenaam der wereld zou zijn, maar door gerechtigheid des geloofs.
Romeinen 4:11-13 Het Boek (HTB)
Dat was het teken waarmee bezegeld werd dat hij rechtvaardig was verklaard. Dus is Abraham de voorvader van allen die op God vertrouwen, ook van hen die niet besneden zijn. Zij zijn pas echt kinderen van Abraham, als zij net zo op God vertrouwen als hij, toen hij nog niet besneden was. God beloofde dat Hij de wereld aan Abraham en zijn nakomelingen zou geven, niet omdat Abraham zich zo goed aan Gods wet had gehouden, maar omdat hij God geloofde en daardoor met God in het reine was.
Romeinen 4:11-13 BasisBijbel (BB)
De besnijdenis kreeg hij juist als teken van het geloof dat hij al had toen hij nog niet besneden was. Zo werd hij de voorvader van alle mensen die geloven maar die niet besneden zijn. Zo konden ze door God vrijgesproken worden van schuld en zou Hij zeggen dat ze leven zoals Hij het wil. Maar zo werd hij óók de voorvader van alle mensen die wél besneden zijn. Maar dan moeten ze wel hetzelfde vertrouwen op God hebben als Abraham had toen hij nog niet besneden was. God beloofde aan Abraham dat Hij de hele wereld aan hem en zijn kinderen ná hem zou geven. Maar Hij beloofde dat niet omdat Abraham zich zo goed aan de wet had gehouden. Hij beloofde dat omdat Abraham God geloofde. En omdat hij God geloofde, was God blij met hem, want dat is wat Hij wil.