Romeinen 3:10-19
Romeinen 3:10-19 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Gelijk geschreven is: Er is niemand rechtvaardig, ook niet één; Er is niemand, die verstandig is, er is niemand, die God zoekt. Allen zijn zij afgeweken, te zamen zijn zij onnut geworden; er is niemand, die goed doet, er is ook niet tot één toe. Hun keel is een geopend graf; met hun tongen plegen zij bedrog; slangenvenijn is onder hun lippen. Welker mond vol is van vervloeking en bitterheid; Hun voeten zijn snel om bloed te vergieten; Vernieling en ellendigheid is in hun wegen; En den weg des vredes hebben zij niet gekend. Er is geen vreze Gods voor hun ogen. Wij weten nu, dat al wat de wet zegt, zij dat spreekt tot degenen, die onder de wet zijn; opdat alle mond gestopt worde en de gehele wereld voor God verdoemelijk zij.
Romeinen 3:10-19 Herziene Statenvertaling (HSV)
zoals geschreven staat: Er is niemand rechtvaardig, ook niet één, er is niemand die verstandig is, er is niemand die God zoekt. Allen zijn zij afgedwaald, samen zijn zij nutteloos geworden. Er is niemand die goeddoet, er is er zelfs niet één. Hun keel is een open graf, met hun tong plegen zij bedrog, addergif is onder hun lippen. Hun mond is vol vervloeking en bitterheid, hun voeten zijn snel om bloed te vergieten. Vernieling en ellende is op hun wegen, en de weg van de vrede hebben zij niet gekend. De vreze Gods staat hun niet voor ogen. Wij weten nu dat alles wat de wet zegt, zij dat spreekt tot hen die onder de wet zijn, opdat elke mond gestopt wordt en de hele wereld doemwaardig wordt voor God.
Romeinen 3:10-19 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
gelijk geschreven staat: Niemand is rechtvaardig, ook niet één, er is niemand, die verstandig is, niemand, die God ernstig zoekt; allen zijn afgeweken, tezamen zijn zij onnut geworden; er is niemand, die doet wat goed is, zelfs niet één. Hun keel is een open graf, met hun tong plegen zij bedrog, addergif is onder hun lippen; hun mond is van vloek en bitterheid vol; Snel zijn hun voeten om bloed te vergieten, verwoesting en ellende zijn op hun wegen, en de weg des vredes kennen zij niet. De vreze Gods staat hun niet voor ogen. Nu weten wij, dat de wet, bij al wat zij zegt, tot hén spreekt, die onder de wet zijn, opdat alle mond gestopt en de gehele wereld strafwaardig worde voor God
Romeinen 3:10-19 Het Boek (HTB)
Het staat zo in de Boeken: ‘Voor God is niemand rechtvaardig, werkelijk niemand. Er is niemand verstandig. Er is niemand die echt zijn best doet om God te vinden. Alle mensen hebben zich van God afgekeerd, zij zijn met elkaar de verkeerde weg opgegaan! Niemand doet wat goed is, zelfs niet één. Wat uit hun mond komt, stinkt naar zonde en dood, zij gebruiken hun tong voor leugen en bedrog. Hun lippen spuwen dodelijk vergif. Hun mond is vol vervloekingen en hatelijkheden. Zij staan meteen klaar om te doden, waar zij geweest zijn, laten zij een spoor van verwoesting en ellende achter. Zij weten niet hoe zij in vrede moeten leven. Zij hebben geen enkel ontzag voor God, zij houden geen rekening met Hem.’ Het is duidelijk dat deze woorden in het bijzonder gelden voor de Joden, die Gods wet hebben. Zo wordt iedereen de mond gesnoerd en gaat niemand vrijuit. De hele wereld is schuldig tegenover God.
Romeinen 3:10-19 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Dat staat ook in de Boeken: "Niemand leeft zoals God het wil, helemaal niemand. Niemand is verstandig. Niemand verlangt werkelijk naar God. Iedereen doet wat hij zelf wil. Niemand leeft zoals God het wil. Niemand doet iets goeds, helemaal niemand. Hun woorden brengen alleen maar dood en ellende. Ze liegen en bedriegen. Hun woorden lijken wel vergif. Ze vloeken en ze schelden. Ze staan altijd klaar om iemand te vermoorden. Overal laten ze een spoor van verwoesting en ellende achter. Ze weten niet hoe ze in vrede kunnen leven. Ze hebben geen enkel ontzag voor God." Nu is het logisch dat de wet [ van Mozes ] spreekt tegen díe mensen voor wie de wet geschreven is[ , namelijk de Joden ]. Zo kan dus niemand beweren dat hij geen schuld heeft. Iedereen zal aan God moeten toegeven dat hij schuldig is en straf verdient.