Romeinen 3:1-8
Romeinen 3:1-8 Herziene Statenvertaling (HSV)
Wat heeft de Jood dan voor op anderen? Of wat is het voordeel van het besneden zijn? Veel, in alle opzichten. Want in de eerste plaats zijn hun de woorden van God toevertrouwd. Want wat is het geval? Als sommigen ontrouw zijn geweest, zal hun ontrouw de trouw van God toch niet tenietdoen? Volstrekt niet! Zo echter moet het zijn: God is waarachtig maar ieder mens een leugenaar, zoals geschreven staat: Opdat U gerechtvaardigd wordt wanneer U rechtspreekt, en overwint wanneer U oordeelt. Als nu onze ongerechtigheid de gerechtigheid van God bevestigt, wat zullen wij dan zeggen? Is God onrechtvaardig als Hij toorn over ons brengt? Ik spreek op menselijke wijze. Volstrekt niet! Hoe zal God anders de wereld oordelen? Want als de waarheid van God door mijn leugen overvloediger is geworden tot Zijn heerlijkheid, waarom word ik dan toch nog als zondaar geoordeeld? En het is toch niet, zoals wij belasterd worden en zoals sommigen zeggen dat wij zeggen: Laten wij het kwade doen, opdat het goede daaruit voortkomt? De verdoemenis van hen is rechtvaardig.
Romeinen 3:1-8 Het Boek (HTB)
Is het dan niet belangrijk om Jood te zijn? Wat heeft de besnijdenis dan voor nut? Veel! In alle opzichten! Het belangrijkste is dat God Zich juist aan de Joden heeft bekendgemaakt en hun zijn woorden heeft toevertrouwd. Als sommigen van hen ontrouw zijn geweest, zal God daardoor dan ook ontrouw worden? Nee! Ieder mens mag dan een leugenaar zijn, God is het niet, Hij spreekt altijd de waarheid. Er staat immers in de Psalmen: ‘Here, uw uitspraken zijn altijd rechtvaardig. U wint al uw rechtszaken.’ Maar als onze onrechtvaardigheid de rechtvaardigheid van God bevestigt, hebben wij dán recht van spreken? Is God dus onrechtvaardig als Hij ons oordeelt? Dat is natuurlijk een menselijke gedachte! Nee, God is niet onrechtvaardig! Anders zou Hij toch geen rechter van de wereld kunnen zijn. Maar als God meer eer ontvangt door mijn oneerlijkheid—omdat die zo schril afsteekt tegen de waarheid van God—waarom word ik dan nog als zondaar veroordeeld? Sommigen laten ons zeggen: doe het kwade dan maar, opdat het goede daaruit voortkomt. Deze mensen verdienen het oordeel.
Romeinen 3:1-8 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Welk is dan het voordeel van den Jood? Of welk is de nuttigheid der besnijdenis? Vele in alle manier; want dit is wel het eerste, dat hun de woorden Gods zijn toebetrouwd. Want wat is het, al zijn sommigen ongelovig geweest? Zal hun ongelovigheid het geloof van God te niet doen? Dat zij verre. Doch God zij waarachtig, maar alle mens leugenachtig; gelijk als geschreven is: Opdat Gij gerechtvaardigd wordt in Uw woorden, en overwint, wanneer Gij oordeelt. Indien nu onze ongerechtigheid Gods gerechtigheid bevestigt, wat zullen wij zeggen? Is God onrechtvaardig, als Hij toorn over ons brengt? (Ik spreek naar den mens.) Dat zij verre, anderszins hoe zal God de wereld oordelen? Want indien de waarheid Gods door mijn leugen overvloediger is geworden, tot Zijn heerlijkheid, wat word ik ook nog als een zondaar geoordeeld? En zeggen wij niet liever (gelijk wij gelasterd worden, en gelijk sommigen zeggen, dat wij zeggen): Laat ons het kwade doen, opdat het goede daaruit kome? Welker verdoemenis rechtvaardig is.
Romeinen 3:1-8 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Wat is dan het voorrecht van de Jood, of wat is het nut van de besnijdenis? Velerlei in elk opzicht. In de eerste plaats [toch] dit, dat hun de woorden Gods zijn toevertrouwd. Wat toch is het geval? Als sommigen ontrouw geworden zijn, zal dan hun ontrouw de trouw Gods tenietdoen? Volstrekt niet! Maar het blijve: God waarachtig en ieder mens leugenachtig, gelijk geschreven staat: Opdat Gij gerechtvaardigd wordt in uw woorden, en overwint in uw rechtsgedingen. Maar indien onze onrechtvaardigheid Gods rechtvaardigheid staaft, wat zullen wij dan zeggen? Is God, die zijn toorn doet voelen – ik spreek op menselijke wijze – soms onrechtvaardig? Volstrekt niet! Hoe zal God anders de wereld oordelen? Maar, indien de waarachtigheid Gods door mijn leugen des te overvloediger is gebleken tot zijn heerlijkheid, waarom word ik dan nog als zondaar geoordeeld? Het is toch niet, zoals men van ons lastert en sommigen ons laten zeggen: Laten wij het kwade doen, opdat het goede eruit voortkome? Het oordeel over dezen is welverdiend.
Romeinen 3:1-8 BasisBijbel (BB)
Wat heb je er dan aan om Jood te zijn? En wat heb je er dan aan om besneden te zijn? Heel veel! Want daardoor hebben de Joden Gods wil leren kennen en Gods beloften gekregen. Hoe zit het dan? Maakt het uit dat een deel van de Joden ontrouw is geworden aan God? Betekent dat, dat God nu ook ontrouw aan hén is geworden? Natuurlijk niet! God blijft altijd trouw aan zijn woord, ook al is van de mensen niemand trouw. Dat staat ook in de Boeken: "Als God rechtspreekt, doet Hij dat rechtvaardig. Zo is Hij nergens van te beschuldigen." God veroordeelt onze slechtheid. Daaraan kunnen we zien dat God rechtvaardig is. Maar is het dan niet onrechtvaardig van God als Hij ons voor onze slechtheid straft? Zonder onze slechtheid is immers niet te zien dat God rechtvaardig is! Nee, helemaal niet! Dat is natuurlijk een menselijke manier van denken. Want als God onrechtvaardig was, zou Hij geen Rechter over de wereld kunnen zijn. Maar waarom noemt God mij dan slecht, als door mijn slechtheid juist extra goed te zien is hoe trouw Hijzelf is? Sommige mensen beweren dat we zeggen: "Laten we maar veel slechte dingen doen, want dan is extra goed te zien hoe trouw God is." Maar zo is het natuurlijk niet. Mensen die dat wel doen, verdienen Gods straf.