Romeinen 2:1-3
Romeinen 2:1-3 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Daarom zijt gij, o mens, wie gij ook zijt, niet te verontschuldigen, wanneer gij oordeelt. Want waarin gij een ander oordeelt, veroordeelt gij uzelf; want gij, die oordeelt, bedrijft dezelfde dingen. Wij weten echter, dat het oordeel Gods onpartijdig gaat over hen, die zulke dingen bedrijven. Rekent gij wellicht hierop, o mens, die oordeelt over hen, die zulke dingen bedrijven, en ze zelf doet, dat gij het oordeel Gods ontgaan zult?
Romeinen 2:1-3 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Daarom zijt gij niet te verontschuldigen, o mens, wie gij zijt, die anderen oordeelt; want waarin gij een ander oordeelt, veroordeelt gij uzelven; want gij, die anderen oordeelt, doet dezelfde dingen. En wij weten, dat het oordeel Gods naar waarheid is, over degenen, die zulke dingen doen. En denkt gij dit, o mens, die oordeelt degenen, die zulke dingen doen, en dezelve doet, dat gij het oordeel Gods zult ontvlieden?
Romeinen 2:1-3 Herziene Statenvertaling (HSV)
Daarom bent u niet te verontschuldigen, o mens, wie u ook bent die anderen oordeelt, want waarin u de ander oordeelt, veroordeelt u uzelf. U immers die anderen oordeelt, doet dezelfde dingen. En wij weten dat het oordeel van God in overeenstemming met de waarheid is over hen die zulke dingen doen. En u, o mens, die hen oordeelt die zulke dingen doen, en ze zelf ook doet, denkt u dat u aan het oordeel van God zult ontkomen?
Romeinen 2:1-3 Het Boek (HTB)
Maar ook alle andere mensen treft dit oordeel. Want wie een ander veroordeelt, veroordeelt daarmee zichzelf. U doet immers dezelfde dingen? Wij weten dat God rechtvaardig oordeelt. Hij geeft ieder die zulke slechte dingen doet een rechtvaardige straf. Of denkt u misschien dat u, die anderen veroordeelt voor dingen die u zelf ook doet, Gods straf zult ontlopen?
Romeinen 2:1-3 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Maar als jullie een ánder veroordelen, kunnen jullie je eígen slechte gedrag niet goedpraten. Dat geldt voor iedereen, wie je ook bent. Want als jullie vinden dat een ander voor iets streng gestraft moet worden, veroordelen jullie daarmee ook jezelf. Want jullie doen dezelfde dingen als zij! Maar wij weten dat God eerlijk zal rechtspreken over álle mensen die zulke dingen doen. Denken jullie soms dat júllie daaraan zullen kunnen ontsnappen? Jullie veroordelen wat andere mensen doen. Maar intussen doen jullie dezelfde dingen als zij!