Romeinen 1:22-23
Romeinen 1:22-23 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Zich uitgevende voor wijzen, zijn zij dwaas geworden; En hebben de heerlijkheid des onverderfelijken Gods veranderd in de gelijkenis eens beelds van een verderfelijk mens, en van gevogelte, en van viervoetige en kruipende gedierten.
Romeinen 1:22-23 Herziene Statenvertaling (HSV)
Terwijl zij zich uitgaven voor wijzen, zijn zij dwaas geworden, en hebben zij de heerlijkheid van de onvergankelijke God vervangen door een beeld dat lijkt op een vergankelijk mens, op vogels en op viervoetige en kruipende dieren.
Romeinen 1:22-23 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Bewerende wijs te zijn, zijn zij dwaas geworden, en zij hebben de majesteit van de onvergankelijke God vervangen door hetgeen gelijkt op het beeld van een vergankelijk mens, van vogels, van viervoetige en van kruipende dieren.
Romeinen 1:22-23 Het Boek (HTB)
Hoewel zij dachten dat ze alles wisten, waren zij in werkelijkheid dom. In plaats van de eeuwige God te eren, maakten zij afgodsbeelden van sterfelijke mensen, vogels, zoogdieren en reptielen.
Romeinen 1:22-23 BasisBijbel (BB)
Ze vinden zichzelf wel heel wijs en verstandig, maar ze zijn juist dwaas. Want ze hebben de macht en majesteit van de onsterfelijke God niet willen aanbidden. In plaats daarvan hebben ze beelden gemaakt van sterfelijke mensen of dieren en die als goden aanbeden.