Psalmen 91:9-11
Psalmen 91:9-11 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Want Gij, HEERE! zijt mijn Toevlucht! Den Allerhoogste hebt gij gesteld tot uw Vertrek; U zal geen kwaad wedervaren, en geen plage zal uw tent naderen. Want Hij zal Zijn engelen van u bevelen, dat zij u bewaren in al uw wegen.
Psalmen 91:9-11 Herziene Statenvertaling (HSV)
Want U, HEERE, bent mijn toevlucht. De Allerhoogste hebt u tot uw woning gemaakt. Geen onheil zal u overkomen, geen plaag zal uw tent naderen. Want Hij zal voor u Zijn engelen bevel geven dat zij u bewaren op al uw wegen.
Psalmen 91:9-11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Want Gij, o HERE, zijt mijn toevlucht. De Allerhoogste hebt gij tot uw schutse gesteld; geen onheil zal u treffen, en geen plaag zal uw tent naderen; want Hij zal aangaande u zijn engelen gebieden, dat zij u behoeden op al uw wegen
Psalmen 91:9-11 Het Boek (HTB)
U, HERE, bent mijn toevluchtsoord. U hebt God, de Allerhoogste, als beschermer gekozen. Tegenslag zal u niet treffen en ziekten zullen ver van u blijven. Hij zal zijn engelen bevelen voor u te zorgen en u te beschermen, waar u ook gaat.
Psalmen 91:9-11 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Bij U, Heer, ben ik veilig. U, de Allerhoogste God, bent mijn Beschermer. Geen ramp zal je overkomen. Geen ziekte zal je huis binnendringen. Want Hij zal zijn engelen bevelen dat ze je moeten beschermen, waar je ook gaat.