Psalmen 9:1-10
Psalmen 9:1-10 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op Muth-Labben. Ik zal den HEERE loven met mijn ganse hart; ik zal al Uw wonderen vertellen. In U zal ik mij verblijden, en van vreugde opspringen; ik zal Uw Naam psalmzingen, o Allerhoogste! Omdat mijn vijanden achterwaarts gekeerd, gevallen en vergaan zijn van Uw aangezicht. Want Gij hebt mijn recht en mijn rechtszaak afgedaan; Gij hebt gezeten op den troon, o Rechter, der gerechtigheid. Gij hebt de heidenen gescholden, den goddeloze verdaan, hun naam uitgedelgd, tot in eeuwigheid en altoos. O vijand! zijn de verwoestingen voleind in eeuwigheid, en hebt gij de steden uitgeroeid? Hunlieder gedachtenis is met hen vergaan. Maar de HEERE zal in eeuwigheid zitten; Hij heeft Zijn troon bereid ten gerichte. En Hij Zelf zal de wereld richten in gerechtigheid, en de volken oordelen in rechtmatigheden. En de HEERE zal een Hoog Vertrek zijn voor den verdrukte, een Hoog Vertrek in tijden van benauwdheid.
Psalmen 9:1-10 Herziene Statenvertaling (HSV)
Ik zal de HEERE loven met heel mijn hart, ik zal al Uw wonderen vertellen. In U zal ik mij verblijden en van vreugde opspringen, ik zal voor Uw Naam psalmen zingen, o Allerhoogste! Want mijn vijanden zijn teruggedeinsd, zij zijn gestruikeld en van voor Uw aangezicht omgekomen. Want U hebt mijn recht en mijn rechtszaak behartigd, U hebt Zich gezet op de troon, o rechtvaardige Rechter. U hebt de heidenvolken bestraft, de goddeloze omgebracht, hun naam uitgewist, voor eeuwig en altijd. O vijand, zijn de verwoestingen voor altijd voltooid? Hebt u steden weggerukt? Hun nagedachtenis is met hen vergaan! Maar de HEERE zetelt voor eeuwig, Hij heeft Zijn troon gereedgemaakt voor het gericht. Hij Zelf zal de wereld oordelen in gerechtigheid en over de volken op billijke wijze rechtspreken. De HEERE is een veilige vesting voor de verdrukte, een veilige vesting in tijden van benauwdheid.
Psalmen 9:1-10 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Ik zal U loven, HERE, met mijn ganse hart, ik wil al uw wonderen verhalen; in U wil ik mij verheugen en juichen, uw naam psalmzingen, o Allerhoogste, nu mijn vijanden terugdeinzen, struikelen en vergaan voor uw aangezicht. Want mijn pleitzaak en mijn geding hebt Gij berecht, als rechtvaardig rechter de rechterstoel bestegen. Gij hebt de volken gedreigd, de goddelozen te gronde gericht, hun naam hebt Gij uitgewist voor altoos en immer; de vijanden zijn weg – eeuwige puinhopen –, want steden hebt Gij verwoest, zelfs hun gedachtenis is vergaan. Maar de HERE zetelt voor eeuwig, zijn rechterstoel heeft Hij ten gerichte gezet; ja, Hij oordeelt de wereld in gerechtigheid, Hij richt de natiën in rechtmatigheid. Daarom is de HERE een burcht voor de verdrukte, een burcht in tijden van nood.
Psalmen 9:1-10 Het Boek (HTB)
HERE, ik prijs U met mijn hele hart. Ik vertel iedereen over de geweldige dingen die U doet. Ik loop over van blijdschap en vreugde dankzij U. Over U wil ik zingen, U bent God, de Allerhoogste! In uw nabijheid zullen al mijn vijanden neervallen en omkomen. U hebt mijn eerherstel bewerkt en mij bevestiging gegeven. Vanaf uw troon hebt U het recht laten zegevieren. De volken hebt U bedreigd en de slechte mensen vernietigd, zodat hun namen voor eeuwig zijn uitgewist. De vijanden zijn voor eeuwig veroordeeld! De HERE zal hun steden vernietigen. Zelfs de herinnering eraan zal vervagen. Maar de HERE zal eeuwig leven en op zijn rechterstoel de volken van deze aarde rechtvaardig oordelen. Ieder die wordt verdrukt, mag bij Hem komen. Hij is een schuilplaats voor wie in nood is.
Psalmen 9:1-10 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Voor de leider van het koor. Een lied van David, op de wijs van: 'De dood van de zoon.' Heer, ik prijs U met mijn hele hart. Ik zal iedereen over al uw wonderen vertellen. Ik ben blij met U en ik juich voor U. Ik zing voor U, de Allerhoogste God! Toen U verscheen, sloegen mijn vijanden op de vlucht. Ze struikelden en vielen. Ze stonden nooit meer op. Toen U als Rechter op uw troon ging zitten, heeft U rechtvaardig geoordeeld in mijn rechtszaak. U heeft de volken bedreigd. De mensen die zich niets van U aantrekken, heeft U vernietigd. U heeft hun naam voor eeuwig uitgeveegd. Nu zijn er geen vijanden meer! U heeft hun steden verwoest. Voor eeuwig liggen ze in puin. Niemand weet nog dat ze hebben bestaan. Maar de Heer zit voor eeuwig op zijn troon. Hij is de eeuwige Rechter. Hij zal rechtvaardig over de wereld rechtspreken. Hij spreekt een rechtvaardig oordeel uit over de volken. Voor mensen in nood is de Heer een veilige burcht. Bij Hem zijn ze veilig in moeilijke tijden.