Psalmen 73:23-28
Psalmen 73:23-28 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Ik zal dan geduriglijk bij U zijn; Gij hebt mijn rechterhand gevat; Gij zult mij leiden door Uw raad; en daarna zult Gij mij in heerlijkheid opnemen. Wien heb ik nevens U in den hemel? Nevens U lust mij ook niets op de aarde! Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten, en mijn Deel in eeuwigheid. Want ziet, die verre van U zijn, zullen vergaan; Gij roeit uit, al wie van U afhoereert. Maar mij aangaande, het is mij goed nabij God te wezen; ik zet mijn betrouwen op den Heere HEERE, om al Uw werken te vertellen.
Psalmen 73:23-28 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Want ik mag altijd dicht bij U zijn. U houdt mijn hand vast. Zo leidt U mij en geeft U mij raad. Later zult U mij eervol ontvangen. Wie heb ik in de hemel behalve U? Ook op aarde verlang ik niets anders dan U. Zelfs als ik zou sterven, bent U alles voor mij. U bent de rots onder mijn voeten. Voor eeuwig bent U alles voor mij. Maar het loopt slecht af met de mensen die zich niets van U aantrekken. U vernietigt de mensen die ontrouw aan U zijn en U verlaten. Maar ik, ik vind het heerlijk om dicht bij U te zijn. Ik vertrouw op U en ik zal vertellen over alles wat U heeft gedaan.
Psalmen 73:23-28 Herziene Statenvertaling (HSV)
Ik zal echter voortdurend bij U zijn, U hebt mijn rechterhand gegrepen. U zult mij leiden door Uw raad, daarna zult U mij in heerlijkheid opnemen. Wie heb ik behalve U in de hemel? Naast U vind ik nergens vreugde in op de aarde. Bezwijkt mijn lichaam en mijn hart, dan is God de rots van mijn hart en voor eeuwig mijn deel. Want zie, wie zich ver van U houden, zullen omkomen; U verdelgt allen die als in hoererij U verlaten. Maar wat mij betreft, het is voor mij goed dicht bij God te zijn. Ik neem mijn toevlucht tot de Heere HEERE, om al Uw werken te vertellen.
Psalmen 73:23-28 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Nochtans zal ik bestendig bij U zijn, Gij hebt mijn rechterhand gevat; Gij zult mij leiden door uw raad, en daarna mij in heerlijkheid opnemen. Wie heb ik (nevens U) in de hemel? Nevens U begeer ik niets op aarde; al zou mijn vlees en mijn hart bezwijken, mijns harten rots en mijn erfdeel is God voor eeuwig. Want zie, wie verre van U zijn, gaan te gronde, Gij verdelgt al wie overspelig U verlaat, maar mij aangaande, het is mij goed nabij God te zijn, de Here HERE heb ik tot mijn toevlucht gesteld, en ik wil al uw werken vertellen.
Psalmen 73:23-28 Het Boek (HTB)
Toch zal ik altijd bij U blijven, U houdt mij stevig vast. Door uw raadgevingen zal ik mij laten leiden en wanneer ik eenmaal sterf, mag ik in uw heerlijkheid bij U komen. Wie of wat heb ik, buiten U, nog nodig? Als ik U heb, heb ik verder niets nodig en verlang ik niets meer. Noch op aarde, noch in de hemel. Al zou ik geestelijk en lichamelijk bezwijken, mijn hart vertrouwt op God, Hij is mijn rots. Voor eeuwig houdt Hij mij vast. Het is duidelijk: wie niet met U leven, gaan hun ondergang tegemoet. U vernietigt ieder die U verlaat en andere goden dient. En ik? Ik ben gelukkig als ik dicht bij God ben. De Almachtige HERE is mijn toevluchtsoord. Ik wil iedereen over uw werk vertellen.