Psalmen 5:1-12
Psalmen 5:1-12 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Neem mijn redenen ter ore, o HERE, let op mijn verzuchting. Sla acht op mijn hulpgeroep, o mijn Koning en mijn God, want tot U richt ik mijn gebed. HERE, des morgens hoort Gij mijn stem, des morgens leg ik het U voor, en zie uit. Want Gij zijt geen God, aan wie goddeloosheid behaagt, geen boze zal bij U vertoeven; de verdwaasden houden geen stand voor uw ogen, Gij haat alle bedrijvers van ongerechtigheid; Gij richt te gronde de leugensprekers, de HERE verafschuwt de man van bloed en bedrog. Maar ik zal, dank zij uw grote goedertierenheid, uw huis binnengaan, mij nederbuigen naar uw heilige tempel in vreze voor U. HERE, leid mij door uw gerechtigheid om mijner belagers wil; effen uw weg voor mijn aangezicht. Want in hun mond is niets betrouwbaar, hun binnenste is enkel verderf, hun keel is een open graf, zij maken hun tong glad. Doe hen boeten, o God, laat hen vallen door hun eigen overleggingen, verstoot hen om hun vele overtredingen; want zij zijn wederspannig tegen U. Maar verheugen zullen zich allen die bij U schuilen, altoos zullen zij jubelen, daar Gij hen beschermt, en in U zullen juichen wie uw naam liefhebben.
Psalmen 5:1-12 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op de Nechiloth. O HEERE, neem mijn redenen ter ore; versta mijn overdenking. Merk op de stem mijns geroeps, o mijn Koning en mijn God! Want tot U zal ik bidden. Des morgens, HEERE, zult Gij mijn stem horen; des morgens zal ik mij tot U schikken, en wacht houden. Want Gij zijt geen God, Die lust heeft aan goddeloosheid; de boze zal bij U niet verkeren. De onzinnigen zullen voor Uw ogen niet bestaan; Gij haat alle werkers der ongerechtigheid. Gij zult de leugensprekers verdoen; van den man des bloeds en des bedrogs heeft de HEERE een gruwel. Maar ik zal door de grootheid Uwer goedertierenheid in Uw huis ingaan; ik zal mij buigen naar het paleis Uwer heiligheid, in Uw vreze. HEERE! Leid mij in Uw gerechtigheid, om mijner verspieders wil; richt Uw weg voor mijn aangezicht. Want in hun mond is niets rechts, hun binnenste is enkel verderving, hun keel is een open graf, met hun tong vleien zij. Verklaar hen schuldig, o God; laat hen vervallen van hun raadslagen; drijf hen henen om de veelheid hunner overtredingen, want zij zijn wederspannig tegen U. Maar laat verblijd zijn allen, die op U betrouwen, tot in eeuwigheid; laat hen juichen, omdat Gij hen overdekt; en laat in U van vreugde opspringen, die Uw Naam liefhebben.
Psalmen 5:1-12 Herziene Statenvertaling (HSV)
HEERE, neem mijn woorden ter ore, let op mijn zuchten. Sla acht op mijn stem als ik roep, mijn Koning en mijn God, want tot U bid ik. 's Morgens hoort U mijn stem, HEERE; 's morgens leg ik mijn gebed voor U neer en zie ik naar U uit. Want U bent geen God Die vreugde vindt in goddeloosheid, de kwaaddoener zal bij U niet verblijven. De dwazen blijven niet staande voor Uw ogen. U haat allen die onrecht bedrijven, U brengt de leugenaars om. Van de man van bloed en bedrog heeft de HEERE een afschuw. Ik echter zal door Uw grote goedertierenheid Uw huis binnengaan, mij buigen naar Uw heilig paleis in vreze voor U. HEERE, leid mij in Uw gerechtigheid, omwille van mijn belagers; maak Uw weg vóór mij recht. Want in hun mond is niets wat betrouwbaar is, hun binnenste is enkel verderf, hun keel is een open graf, met hun tong vleien zij. Verklaar hen schuldig, o God, laat hen ten val komen met hun opvattingen; verdrijf hen om hun vele overtredingen, want zij zijn U ongehoorzaam. Maar laat verblijd zijn allen die tot U de toevlucht nemen, laat hen voor eeuwig juichen omdat U hen beschut; laat in U van vreugde opspringen wie Uw Naam liefhebben.
Psalmen 5:1-12 Het Boek (HTB)
O HERE, wilt U mijn gebed aanhoren? Luister toch naar mijn smeken. God, U bent mijn Koning en ik richt mij tot U. Elke morgen kijk ik omhoog naar U en wacht op uw antwoord, en U hoort mij roepen. Ik weet dat slechtheid bij U geen standhoudt en dat geen enkele goddeloze op uw bescherming kan rekenen. Hoogmoedige zondaars kunnen uw onderzoekende blik niet doorstaan, omdat U hun slechte daden haat. Om hun leugens zult U hen vernietigen, U verafschuwt moord en bedrog, HERE. Ik zelf mag dankzij uw genade en liefde uw tempel binnengaan. Met diep ontzag zal ik U eren. HERE, wilt U mij leiden? Anders zullen mijn vijanden over mij zegevieren. Wilt U mij duidelijk maken wat ik moet doen en welke weg ik moet inslaan? Mijn tegenstanders zullen elke kans aangrijpen om mij in een kwaad daglicht te stellen. Wat uit hun mond komt, stinkt naar zonde en dood, zij gebruiken hun tong voor leugen en bedrog. Hun lippen spuwen dodelijk vergif. O God, spreek het ‘schuldig’ over hen uit! Vang hen met hun eigen valstrikken, verdrijf hen om de overvloed van hun overtredingen, want zij komen in opstand tegen U. Maar ieder die zijn vertrouwen op U stelt, zal zich verheugen. Zij zullen tot in eeuwigheid van vreugde juichen, omdat U hen beschermt. Dan zal ieder die U liefheeft, overlopen van blijdschap.
Psalmen 5:1-12 BasisBijbel (BB)
Een lied van David. Voor de leider van het koor. Begeleiden met een fluit. Heer, luister alstublieft naar mij! Luister naar mijn gedachten. U bent mijn Koning en mijn God. Daarom roep ik U om hulp. Luister alstublieft naar mij! Heer, 's morgens hoort U mij al roepen. 's Morgens vertel ik U wat ik op mijn hart heb. Dan wacht ik op uw antwoord. U houdt niet van ongehoorzaamheid. Geen slecht mens zal bij U kunnen wonen. Dwazen kunnen niet blijven bestaan voor de blik van uw ogen. U haat het als mensen slechte dingen doen. U vernietigt alle leugenaars. U walgt van moordenaars en bedriegers. Maar dankzij uw grote liefde mag ík uw huis binnen gaan. Vol ontzag zal ik mij voor U neerbuigen in uw heiligdom. Heer, leid mij als mijn vijanden op mij loeren. Leid mij zoals U het wil. Wilt U voor mij de weg vrijmaken. Van wat mijn vijanden zeggen, is geen woord te vertrouwen. Ze zijn door en door slecht. Hun woorden brengen alleen maar dood en ellende. Ze gebruiken mooie woorden om hun misdadige plannen te verbergen. Spreek recht over hen, God, en verklaar hen schuldig! Laat hen voor straf struikelen over hun eigen plannen! Jaag hen weg vanwege al hun misdaden! Want ze willen U niet gehoorzamen. Maar de mensen die op U vertrouwen, kunnen blij zijn. Ze zullen altijd jubelen, omdat U hen beschermt. Alle mensen die van U houden, zullen juichen.