Psalmen 39:5-7
Psalmen 39:5-7 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
HEERE! maak mij bekend mijn einde, en welke de mate mijner dagen zij; dat ik wete, hoe vergankelijk ik zij. Zie, Gij hebt mijn dagen een handbreed gesteld, en mijn leeftijd is als niets voor U; immers is een ieder mens, hoe vast hij staat, enkel ijdelheid. Sela. Immers wandelt de mens als in een beeld, immers woelen zij ijdellijk; men brengt bijeen, en men weet niet, wie het naar zich nemen zal.
Psalmen 39:5-7 Herziene Statenvertaling (HSV)
HEERE, maak mij mijn einde bekend en wat de maat van mijn dagen is, zodat ik weet hoe vergankelijk ik ben. Zie, U hebt mijn dagen een handbreed gemaakt en mijn levensduur is voor U als niets. Ja, ieder mens is niet meer dan een zucht, hoe vast hij ook staat. Sela Ja, de mens loopt rond in een schijnbeeld. Ja, tevergeefs is men onrustig. Men brengt van alles bijeen en weet niet wie het binnenhalen zal.
Psalmen 39:5-7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Laat mij, HERE, mijn einde kennen, en welke de maat van mijn dagen is; laat mij weten, hoe vergankelijk ik ben. Zie, Gij hebt mijn dagen als enige handbreedten gesteld, mijn levensduur is als niets voor U; ja, ieder mens staat daar, enkel een ademtocht. sela Ja, de mens gaat daarheen als een schaduw, ja, als een ademtocht suizen zij weg, zij garen bijeen en weten niet, wie het tot zich nemen zal.
Psalmen 39:5-7 Het Boek (HTB)
HERE, laat mij toch zien hoe het met mij afloopt, hoelang ik nog te leven heb. Toon mij maar dat ik eigenlijk niets voorstel. Want voor U is mijn leven niet langer dan enkele decimeters. Mijn leven stelt in uw ogen niets voor. Ieder mens is maar een ademtocht. Een mens gaat voorbij als een schaduw, als een zuchtje wind vliegt zijn leven weg. Mensen verzamelen van alles, maar beseffen niet dat anderen het na hun dood zullen nemen.
Psalmen 39:5-7 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Heer, laat me weten hoelang ik nog zal leven. Zeg me hoeveel dagen mijn leven nog tellen zal. Dat zal mij helpen om te begrijpen hoe sterfelijk ik ben. Mijn leven duurt voor U maar een ogenblik. Een mensenleven is voor U als één enkele zucht. Elk mens, hoe goed het ook met hem gaat, is uiteindelijk niets. Hij is maar een schaduw die voorbij glijdt. Hij werkt voor niets zo hard: hij verzamelt rijkdom, maar weet niet eens voor wie.