Psalmen 38:15-18
Psalmen 38:15-18 Herziene Statenvertaling (HSV)
Ja, ik ben als een man die niet hoort en in wiens mond geen weerwoord is. Maar op U, HEERE, hoop ik; Ú zult verhoren, Heere, mijn God! Want ik zei: Laten zij zich toch over mij niet verblijden! Zou mijn voet wankelen, zij zouden zich tegen mij verheffen. Ja, ik dreig te struikelen, mijn smart staat voortdurend vóór mij.
Psalmen 38:15-18 BasisBijbel (BB)
Ik doe alsof ik niets hoor. Ik zeg niets om mij te verdedigen. Want ik vertrouw op U, Heer. Ik weet zéker dat U me zal antwoorden, mijn Heer God. Want ik wil niet dat ze plezier om mij hebben omdat het slecht met me gaat. Ik wil niet dat ze me uitlachen omdat ik niet meer kán. Want ik kan bijna niet verder leven. Ik ga bijna dood van ellende.
Psalmen 38:15-18 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Ja, ik ben als een man, die niet hoort, en in wiens mond geen tegenredenen zijn. Want op U, HEERE! hoop ik; Gij zult verhoren, Heere, mijn God! Want ik zeide: Dat zij zich toch over mij niet verblijden! Wanneer mijn voet zou wankelen, zo zouden zij zich tegen mij groot maken. Want ik ben tot hinken gereed, en mijn smart is steeds voor mij.
Psalmen 38:15-18 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
ja, ik ben als een man die niet hoort, en in wiens mond geen verweer is. Want op U, HERE, hoop ik; Gij immers zult antwoorden, Here, mijn God. Want ik dacht: Als zij zich maar niet over mij verheugen, niet tegen mij snoeven bij het wankelen van mijn voet. Ja, ik dreig te struikelen, en mijn smart staat mij bestendig voor ogen
Psalmen 38:15-18 Het Boek (HTB)
Ik ben inderdaad doof en krijg geen verweer over mijn lippen. Ik verwacht alles van U, HERE! U zult mij zeker antwoorden, Here, mijn God. Ik dacht bij mijzelf: als zij maar geen leedvermaak over mij hebben, mij niet uitlachen als ik eens struikel. Het lijkt er inderdaad op dat ik zal struikelen, voortdurend denk ik aan al mijn ellende.