Psalmen 22:1-5
Psalmen 22:1-5 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op Aijeleth hasschachar. Mijn God, mijn God! waarom hebt Gij mij verlaten, verre zijnde van mijn verlossing, van de woorden mijns brullens? Mijn God! Ik roep des daags, maar Gij antwoordt niet; en des nachts, en ik heb geen stilte. Doch Gij zijt heilig, wonende onder de lofzangen Israëls. Op U hebben onze vaders vertrouwd; zij hebben vertrouwd, en Gij hebt hen uitgeholpen.
Psalmen 22:1-5 Herziene Statenvertaling (HSV)
Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten, bent U ver van mijn verlossing, van de woorden van mijn jammerklacht? Mijn God, ik roep overdag, maar U antwoordt niet, en 's nachts, maar ik vind geen stilte. Maar U bent heilig, U troont op de lofzangen van Israël. Op U hebben onze vaderen vertrouwd, zij hebben vertrouwd en U hebt hen bevrijd.
Psalmen 22:1-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten, verre zijnde van mijn verlossing, bij de woorden van mijn jammerklacht? Mijn God, ik roep des daags, en Gij antwoordt niet, en des nachts, en ik kom niet tot stilte. Nochtans zijt Gij de Heilige, die troont op de lofzangen Israëls. Op U hebben onze vaderen vertrouwd, zij hebben vertrouwd, en Gij deedt hen ontkomen
Psalmen 22:1-5 Het Boek (HTB)
Te zingen op de wijs van ‘De hinde in de morgenstond.’ O God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten? Ik schreeuw om uitkomst, maar die is ver van mij. Ik huil om hulp. O mijn God, ik roep overdag naar U, maar krijg geen antwoord. Ook ʼs nachts roep ik, maar ik krijg geen rust. U bent de heilige God, Israël eert U en brengt U hulde: op U vertrouwden onze voorouders en U redde hen.
Psalmen 22:1-5 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Een lied van David, op de wijs van: 'Het hert van de zonsopgang.' Voor de leider van het koor. Mijn God, mijn God, waarom heeft U mij verlaten? Waarom redt U mij niet als ik schreeuw om hulp? Mijn God, dag en nacht roep ik tot U. Ik geef niet op, maar U antwoordt mij niet. Toch bent U de Heilige God. Heel Israël eert U met zijn liederen als Koning! Onze voorouders hebben op U vertrouwd. Ze hebben op U vertrouwd en U heeft hen gered.