Psalmen 2:7-12
Psalmen 2:7-12 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Ik zal van het besluit verhalen: de HEERE heeft tot Mij gezegd: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd. Eis van Mij, en Ik zal de heidenen geven tot Uw erfdeel, en de einden der aarde tot Uw bezitting. Gij zult hen verpletteren met een ijzeren scepter; Gij zult hen in stukken slaan als een pottenbakkersvat. Nu dan, gij koningen, handelt verstandiglijk; laat u tuchtigen, gij rechters der aarde! Dient den HEERE met vreze, en verheugt u met beving. Kust den Zoon, opdat Hij niet toorne, en gij op den weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden. Welgelukzalig zijn allen, die op Hem betrouwen.
Psalmen 2:7-12 Het Boek (HTB)
De Uitverkorene van de HERE antwoordt vervolgens: ‘Ik zal de eeuwige bedoeling van de HERE bekendmaken, want Hij heeft tegen Mij gezegd: “Jij bent mijn Zoon, Ik heb Je vandaag het leven gegeven. Vraag Mij wat Je wilt en Ik zal Je alle volken in bezit geven. Heers over hen met een ijzeren vuist, verbrijzel hen alsof het potten van aardewerk zijn.” ’ Wees daarom verstandig, koningen en heersers van deze aarde, en luister nu het nog kan! Dien de HERE met eerbied en ontzag, verheug u in Hem met een bevend hart. Val voor zijn Zoon op uw knieën. Kus Hem, want als binnenkort zijn toorn ontbrandt, bent u verloren. Zij die hun vertrouwen op Hem stellen, zijn gelukkige en gezegende mensen!
Psalmen 2:7-12 Herziene Statenvertaling (HSV)
Ik zal het besluit bekendmaken: De HEERE heeft tegen Mij gezegd: U bent Mijn Zoon, Ík heb U heden verwekt. Eis van Mij en Ik zal U de heidenvolken als Uw eigendom geven, de einden der aarde als Uw bezit. U zult hen verpletteren met een ijzeren scepter, U zult hen in stukken slaan als aardewerk. Nu dan, koningen, handel verstandig. Laat u onderwijzen, rechters van de aarde. Dien de HEERE met vreze, verheug u met huiver. Kus de Zoon, opdat Hij niet toornig wordt en u onderweg omkomt, wanneer Zijn toorn slechts even ontbrandt. Welzalig allen die tot Hem de toevlucht nemen!
Psalmen 2:7-12 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Ik wil gewagen van het besluit des HEREN: Hij sprak tot mij: Mijn zoon zijt gij; Ik heb u heden verwekt. Vraag Mij en Ik zal volken geven tot uw erfdeel, de einden der aarde tot uw bezit. Gij zult hen verpletteren met een ijzeren knots, hen stukslaan als pottenbakkerswerk. Nu dan, gij koningen, weest verstandig, laat u gezeggen, gij richters der aarde. Dient de HERE met vreze en verheugt u met beving. Kust de zoon, opdat hij niet toorne en gij onderweg niet te gronde gaat, want zeer licht ontbrandt zijn toorn. Welzalig allen die bij Hem schuilen!
Psalmen 2:7-12 BasisBijbel (BB)
De koning zegt: "Ik zal jullie vertellen wat de Heer heeft besloten. Hij heeft tegen mij gezegd: 'Jij bent mijn zoon. Vanaf vandaag ben Ik je Vader. Je mag Mij alles vragen. Ik zal je alle volken geven. De hele aarde zal van jou zijn. Je zal streng over hen regeren, als met een ijzeren staf. Je zal hen vernietigen, zoals je een kruik stukbreekt.' Wees dus verstandig, koningen en leiders! Luister naar mij en doe wat ik zeg: Dien de Heer met diep ontzag. Wees vol eerbied blij over Hem. Buig je voor de zoon, zodat hij niet boos op je wordt. Wacht niet te lang, want straks is het te laat. Dan zal hij iedereen vernietigen die hem niet gehoorzaamt. Het is heerlijk voor een mens om op God te vertrouwen!"