Psalmen 18:6-8
Psalmen 18:6-8 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Banden der hel omringden mij, strikken des doods bejegenden mij. Als mij bange was, riep ik den HEERE aan, en riep tot mijn God; Hij hoorde mijn stem uit Zijn paleis, en mijn geroep voor Zijn aangezicht kwam in Zijn oren. Toen daverde en beefde de aarde, en de gronden der bergen beroerden zich en daverden, omdat Hij ontstoken was.
Psalmen 18:6-8 Herziene Statenvertaling (HSV)
Banden van het graf omringden mij, valstrikken van de dood bedreigden mij. In mijn nood riep ik de HEERE aan, ik riep tot mijn God; Hij hoorde mijn stem vanuit Zijn paleis, mijn hulpgeroep voor Zijn aangezicht kwam in Zijn oren. Toen daverde en beefde de aarde, de fundamenten van de bergen sidderden en daverden, omdat Hij in toorn ontstoken was.
Psalmen 18:6-8 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
banden van het dodenrijk hadden mij omgeven, valstrikken van de dood lagen op mijn weg. Toen het mij bang te moede was, riep ik de HERE aan, tot mijn God riep ik om hulp. Hij hoorde mijn stem uit zijn paleis, mijn hulpgeroep tot Hem drong door in zijn oren. Toen dreunde en beefde de aarde en de grondvesten der bergen sidderden en daverden, omdat Hij in toorn ontbrand was.
Psalmen 18:6-8 Het Boek (HTB)
Ik voelde mij al bijna gestorven en het einde naderde. Toen ik ten einde raad was, riep ik naar de HERE, ik vroeg mijn God mij te helpen. Hij hoorde mij en reageerde op mijn hulpgeroep. Daarop begon de aarde te beven en te dreunen. De bergen sidderden, omdat Hij toornig werd.
Psalmen 18:6-8 BasisBijbel (BB)
Het dodenrijk omklemde mij. Overal loerde de dood op mij. Wanhopig riep ik de Heer om hulp. Ik riep tot mijn God. Hij hoorde mijn stem vanuit zijn paleis. Mijn geroep klonk in zijn oren. Toen dreunde en beefde de aarde, de bergen schudden en schokten: de Heer was woedend over wat er gebeurde.