Psalmen 18:37-42
Psalmen 18:37-42 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Gij hebt mijn voetstap ruim gemaakt onder mij, en mijn enkelen hebben niet gewankeld. Ik vervolgde mijn vijanden, en trof hen aan; en ik keerde niet weder, totdat ik hen verdaan had. Ik doorstak hen, dat zij niet weder konden opstaan; zij vielen onder mijn voeten. Want Gij omgorddet mij met kracht ten strijde; Gij deedt onder mij nederbukken, die tegen mij opstonden. En Gij gaaft mij den nek mijner vijanden, en mijn haters, die vernielde ik. Zij riepen, maar er was geen verlosser; tot den HEERE, maar Hij antwoordde hun niet.
Psalmen 18:37-42 Herziene Statenvertaling (HSV)
U hebt mijn voetstappen onder mij ruimte gegeven, mijn enkels hebben niet gewankeld. Ik vervolgde mijn vijanden en haalde hen in; ik keerde niet terug, totdat ik hen vernietigd had. Ik verpletterde hen, zodat zij niet meer konden opstaan; zij vielen onder mijn voeten. Want U omgordde mij met kracht voor de strijd; U deed hen die tegen mij opstonden, onder mij neerbukken. Mijn vijanden, die deed U voor mij op de vlucht slaan; wie mij haatten, die bracht ik om. Zij riepen, maar er was geen verlosser; tot de HEERE, maar Hij antwoordde hun niet.
Psalmen 18:37-42 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Gij hebt mij ruimte gegeven voor mijn schreden, en mijn enkels wankelden niet. Ik vervolgde mijn vijanden om hen te achterhalen, en liet niet af, eer ik hen had vernietigd; ik verpletterde hen, zodat zij niet konden opstaan, zij vielen onder mijn voeten. Gij hebt mij aangegord met kracht tot de strijd, Gij deedt onder mij bukken wie tegen mij opstonden; Gij deedt mijn vijanden mij de rug toekeren, en mijn haters verdelgde ik. Zij riepen om hulp, maar niemand redde, tot de HERE, maar Hij antwoordde hun niet
Psalmen 18:37-42 Het Boek (HTB)
U gaf mij de ruimte om te lopen en ik stond stevig op mijn voeten. Ik achtervolgde mijn vijanden en rustte niet tot ik hen had vernietigd. Ik liep de vijand onder de voet en verpletterde hem. Hij kon niet meer opstaan. U hebt mij kracht en sterkte gegeven om de strijd aan te binden, U liet mij de een na de ander overwinnen. U zorgde ervoor dat mijn vijanden voor mij op de vlucht sloegen, ik heb hen gedood. Toen zij om hulp riepen, kwam er niemand om hen te redden. Zelfs de HERE riepen zij aan, maar Hij hielp hen niet.
Psalmen 18:37-42 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
U heeft de weg voor mij gebaand. Ik kon gaan zonder te struikelen. Ik achtervolgde mijn vijanden en haalde hen in. Ik ging niet terug vóórdat ik hen had vernietigd. Ik sloeg hen neer met mijn zwaard. Ze vielen onder mijn voeten en stonden nooit meer op. Want dankzij U was ik sterk in de strijd. U dwong mijn vijanden om zich over te geven. Dankzij U sloegen mijn vijanden op de vlucht. Al mijn vijanden heb ik vernietigd. Ze riepen om hulp, maar niemand redde hen. Ze riepen tot de Heer, maar Hij antwoordde niet.