Psalmen 18:31-40
Psalmen 18:31-40 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Gods weg is volmaakt; de rede des HEEREN is doorlouterd; Hij is een Schild allen, die op Hem betrouwen. Want wie is God, behalve de HEERE? En wie is een Rotssteen, dan alleen onze God? Het is God, Die mij met kracht omgordt; en Hij heeft mijn weg volkomen gemaakt. Hij maakt mijn voeten gelijk als der hinden, en Hij stelt mij op mijn hoogten. Hij leert mijn handen ten strijde, zodat een stalen boog met mijn armen verbroken is. Ook hebt Gij mij het schild Uws heils gegeven, en Uw rechterhand heeft mij ondersteund, en Uw zachtmoedigheid heeft mij groot gemaakt. Gij hebt mijn voetstap ruim gemaakt onder mij, en mijn enkelen hebben niet gewankeld. Ik vervolgde mijn vijanden, en trof hen aan; en ik keerde niet weder, totdat ik hen verdaan had. Ik doorstak hen, dat zij niet weder konden opstaan; zij vielen onder mijn voeten. Want Gij omgorddet mij met kracht ten strijde; Gij deedt onder mij nederbukken, die tegen mij opstonden.
Psalmen 18:31-40 Het Boek (HTB)
De weg van God is een volmaakte weg, het woord van de HERE is zuiver als goud. God beschermt ieder die zijn heil bij Hem zoekt. Er is immers geen andere god dan de HERE? Wie is zo sterk en krachtig als Hij? God geeft mij kracht en baant de weg voor mij. Hij maakt mij lichtvoetig als een hert, zodat ik overal kan gaan en geen weg onbegaanbaar voor mij is. Hij oefent mijn handen, zodat ik in oorlogstijd kundig de wapens kan hanteren. Ook hebt U, HERE, mij het schild van het heil gegeven, ik voelde de steun van uw rechterhand. U boog Zich naar mij over en uw goedheid hielp mij te overwinnen. U gaf mij de ruimte om te lopen en ik stond stevig op mijn voeten. Ik achtervolgde mijn vijanden en rustte niet tot ik hen had vernietigd. Ik liep de vijand onder de voet en verpletterde hem. Hij kon niet meer opstaan. U hebt mij kracht en sterkte gegeven om de strijd aan te binden, U liet mij de een na de ander overwinnen.
Psalmen 18:31-40 Herziene Statenvertaling (HSV)
Gods weg is volmaakt, het woord van de HEERE is gelouterd, Hij is een schild voor allen die tot Hem de toevlucht nemen. Want wie is God, behalve de HEERE? Wie is een rots dan alleen onze God? Het is God Die mij met kracht omgordt; Hij heeft mijn weg volkomen gemaakt. Hij maakt mijn voeten als die van hinden en doet mij op mijn hoogten staan. Hij oefent mijn handen voor de strijd en leert mijn armen een bronzen boog spannen. Ook hebt U mij het schild van Uw heil gegeven, Uw rechterhand heeft mij ondersteund, Uw zachtmoedigheid heeft mij groot gemaakt. U hebt mijn voetstappen onder mij ruimte gegeven, mijn enkels hebben niet gewankeld. Ik vervolgde mijn vijanden en haalde hen in; ik keerde niet terug, totdat ik hen vernietigd had. Ik verpletterde hen, zodat zij niet meer konden opstaan; zij vielen onder mijn voeten. Want U omgordde mij met kracht voor de strijd; U deed hen die tegen mij opstonden, onder mij neerbukken.
Psalmen 18:31-40 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Gods weg is volmaakt; des HEREN woord is zuiver. Hij is een schild voor allen die bij Hem schuilen. Want wie is God behalve de HERE, wie is een rots buiten onze God? Die God, die mij met kracht omgordt en mijn weg effen maakt; die mijn voeten maakt als die der hinden en mij op mijn hoogten doet staan; die mijn handen oefent ten strijde, zodat mijn armen een koperen boog spannen. Ook gaaft Gij mij het schild uws heils, en uw rechterhand ondersteunde mij, uw nederbuigende goedheid maakte mij groot. Gij hebt mij ruimte gegeven voor mijn schreden, en mijn enkels wankelden niet. Ik vervolgde mijn vijanden om hen te achterhalen, en liet niet af, eer ik hen had vernietigd; ik verpletterde hen, zodat zij niet konden opstaan, zij vielen onder mijn voeten. Gij hebt mij aangegord met kracht tot de strijd, Gij deedt onder mij bukken wie tegen mij opstonden
Psalmen 18:31-40 BasisBijbel (BB)
Wat God doet is volmaakt. Wat Hij zegt is altijd te vertrouwen. Hij beschermt iedereen die naar Hem toe komt voor hulp. Er is geen andere God dan de Heer! Er is geen andere rots dan onze God! Alleen Hij is de rots onder onze voeten. Hij maakt mij sterk. Hij zorgt ervoor dat ik alles aan kan. Hij maakt mijn voeten zo behendig als die van een hert. Zelfs op de hoogste toppen zorgt Hij dat ik stevig sta. Hij leert me hoe ik moet strijden, zodat ik koperen bogen kan spannen. U beschermde me als een schild en U hielp mij. Dankzij uw goedheid ben ik machtig geworden. U heeft de weg voor mij gebaand. Ik kon gaan zonder te struikelen. Ik achtervolgde mijn vijanden en haalde hen in. Ik ging niet terug vóórdat ik hen had vernietigd. Ik sloeg hen neer met mijn zwaard. Ze vielen onder mijn voeten en stonden nooit meer op. Want dankzij U was ik sterk in de strijd. U dwong mijn vijanden om zich over te geven.