Psalmen 14:1-3
Psalmen 14:1-3 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Een psalm van David, voor den opperzangmeester. De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God. Zij verderven het, zij maken het gruwelijk met hun werk; er is niemand, die goed doet. De HEERE heeft uit den hemel nedergezien op de mensenkinderen, om te zien, of iemand verstandig ware, die God zocht. Zij zijn allen afgeweken, te zamen zijn zij stinkende geworden; er is niemand, die goed doet, ook niet een.
Psalmen 14:1-3 Herziene Statenvertaling (HSV)
De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God. Zij handelen verderfelijk, bedrijven gruwelijke daden; er is niemand die goeddoet. De HEERE heeft uit de hemel neergezien op de mensenkinderen, om te zien of er iemand verstandig was, iemand die God zocht. Zij allen zijn afgedwaald, tezamen zijn zij verdorven; er is niemand die goeddoet, zelfs niet één.
Psalmen 14:1-3 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God. Zij bedrijven gruwelijke en afschuwelijke misdaden, niemand is er, die goed doet. De HERE ziet neder uit de hemel op de mensenkinderen, om te zien, of er één verstandig is, één, die God zoekt. Allen zijn zij afgeweken, tezamen ontaard; er is niemand die goed doet, zelfs niet één.
Psalmen 14:1-3 Het Boek (HTB)
Een dwaas zegt bij zichzelf: ‘Er bestaat helemaal geen God.’ De mensen begaan de ergste misdaden. Niemand doet wat goed is. Vanuit de hemel kijkt de HERE op de mensen neer. Hij zoekt of er nog één verstandig mens bij is, iemand die Hem zoekt. Maar alle mensen zijn van Hem afgedwaald, met elkaar zijn zij het spoor bijster. Er is er zelfs niet één die doet wat goed is.
Psalmen 14:1-3 BasisBijbel (BB)
Een lied van David. Voor de leider van het koor. De dwaze mensen denken: "Er is geen God." Ze plegen afschuwelijke en walgelijke misdaden. Er is niemand die iets goeds doet. Vanuit de hemel kijkt de Heer naar de mensen. Hij zoekt of er iemand is die iets goeds doet, of er iemand is die verstandig is, of er iemand is die echt naar Hem verlangt. Maar niemand leeft zoals Hij het wil. Iedereen is even slecht. Niemand doet iets goeds, helemaal niemand.