Psalmen 135:15-18
Psalmen 135:15-18 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
De afgoden der heidenen zijn zilver en goud, een werk van mensenhanden. Zij hebben een mond, maar spreken niet; zij hebben ogen, maar zien niet; Oren hebben zij, maar horen niet; ook is er geen adem in hun mond. Dat die ze maken, hun gelijk worden, en al wie op hen vertrouwt.
Psalmen 135:15-18 Herziene Statenvertaling (HSV)
De afgoden van de heidenvolken zijn zilver en goud, werk van mensenhanden. Zij hebben een mond, maar spreken niet; zij hebben ogen, maar zien niet. Zij hebben oren, maar horen niet; er is zelfs geen adem in hun mond. Laat wie ze maken hun gelijk worden, al wie op hen vertrouwt.
Psalmen 135:15-18 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
De afgoden der heidenen zijn zilver en goud, het werk van mensenhanden. Zij hebben een mond, maar spreken niet, zij hebben ogen, maar zien niet, zij hebben oren, maar horen niet, ook is er geen adem in hun mond. Wie hen maakten, zullen worden als zij, allen die op hen vertrouwen.
Psalmen 135:15-18 Het Boek (HTB)
De andere volken maakten eigenhandig hun gouden en zilveren afgodsbeelden. Al hebben die een mond, zij kunnen niets zeggen. Zij hebben ogen, maar zien niets. Zij hebben oren, maar die kunnen niet horen. En ademen kunnen zij helemaal niet. De mensen die die beelden hebben gemaakt en ieder die op die beelden vertrouwt, zullen net als die beelden worden: dood.
Psalmen 135:15-18 BasisBijbel (BB)
De goden van de andere volken zijn van zilver en goud. Ze zijn door mensen gemaakt. Ze hebben een mond, maar spreken niet. Ze hebben ogen, maar zien niet. Ze hebben oren, maar horen niet. Er is geen adem in hun mond. Laten de mensen die ze maakten en er op vertrouwden, nét zo machteloos worden als zij.