Psalmen 126:5-6
Psalmen 126:5-6 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Die met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien. Die het zaad draagt, dat men zaaien zal, gaat al gaande en wenende; maar voorzeker zal hij met gejuich wederkomen, dragende zijn schoven.
Psalmen 126:5-6 Herziene Statenvertaling (HSV)
Wie met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien. Wie het zaad draagt en dat zaait, gaat al wenend zijn weg; maar hij zal zeker terugkomen met gejuich, en zijn schoven dragen.
Psalmen 126:5-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Wie met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien. Hij gaat al wenende voort, die de zaadbuidel draagt; voorzeker zal hij komen met gejuich, dragende zijn schoven.
Psalmen 126:5-6 Het Boek (HTB)
Wie met verdriet in het hart huilend hun akkers inzaaien, ervaren tegen de oogsttijd vaak grote vreugde. Ook al huilt iemand terwijl hij op pad is om te zaaien, zeker is dat hij blij lachend de rijke schoven zal wegdragen.
Psalmen 126:5-6 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Ook al huil je terwijl je zaait, je zal juichen terwijl je maait. De zaaier loopt huilend te zaaien [ omdat hij dat graan niet zal kunnen eten ]. Maar als hij zijn oogst binnenhaalt, loopt hij te juichen met zijn armen vol graan.