Psalmen 126:1-3
Psalmen 126:1-3 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Een lied Hammaäloth. Als de HEERE de gevangenen Sions wederbracht, waren wij gelijk degenen, die dromen. Toen werd onze mond vervuld met lachen, en onze tong met gejuich; toen zeide men onder de heidenen: De HEERE heeft grote dingen aan dezen gedaan. De HEERE heeft grote dingen bij ons gedaan; dies zijn wij verblijd.
Psalmen 126:1-3 Herziene Statenvertaling (HSV)
Toen de HEERE de gevangenen van Sion terug deed keren, waren wij als mensen die droomden. Toen werd onze mond vervuld met lachen en onze tong met gejuich. Toen zei men onder de heidenvolken: De HEERE heeft grote dingen bij hen gedaan! De HEERE heeft grote dingen bij ons gedaan, daarom zijn wij verblijd.
Psalmen 126:1-3 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Toen de HERE de gevangenen van Sion deed wederkeren, waren wij als degenen die dromen. Toen werd onze mond vervuld met lachen, onze tong met gejuich. Toen zeide men onder de heidenen: De HERE heeft grote dingen bij hen gedaan! De HERE heeft grote dingen bij ons gedaan, wij waren verheugd.
Psalmen 126:1-3 Het Boek (HTB)
Als de HERE de ballingen laat terugkomen in Jeruzalem, zal het net zijn of wij dromen. Dan breken wij uit in gejuich en iedereen lacht van blijdschap. Dan zullen zelfs de ongelovige volken rondom ons zeggen dat de HERE wonderen bij ons doet. De HERE heeft inderdaad grote wonderen onder ons gedaan. Wat waren wij blij!
Psalmen 126:1-3 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Een pelgrimslied. Het leek wel een droom, toen wij die gevangen waren meegenomen, weer naar Jeruzalem terug konden gaan. We lachten en we juichten. De andere volken zeiden: "De Heer heeft iets geweldigs bij hen gedaan!" Ja, de Heer heeft iets geweldigs bij ons gedaan. We zijn er zó blij over!